Ik wil alleen maar snorkelen!
Door: Lawax
Blijf op de hoogte en volg
06 Maart 2009 | Thailand, Ban Khao Lak
Na vijf dagen chillen en inlezen voor Maleisië, Cambodja, Laos en Vietnam gaan we met de twee auto’s op weg naar Palau Kapas, een klein eilandje op 6 kilometer van de oostkust. We zitten net aan het eind van het regenseizoen en daarom valt er zo nu en dan een fikse tropische bui. Een hele rare gewaarwording na zoveel tijd zonder een druppel regen. Onderweg zien we hoe deze regen ervoor zorgt dat alles groeit en bloeit en fantastisch groen is. Vanaf het vasteland nemen we een speedboot naar het eiland. Met 2 keer 85 pk vliegen en bumpen we over het water. Speed thrills! Al snel wordt duidelijk dat we op een van de best bewaarde geheimen van Maleisië terecht komen. Het eiland is een waar paradijsje met maar een handjevol resorts en kristalhelder water. Omdat het seizoen nog aan het opstarten is, zijn er nauwelijks mensen en voelt het als een privilege hier voet aan land te zetten. De eigenaar van ons resort, Kayan, is half Zweeds en half Maleisisch en spreekt uitstekend engels. We gaan met de Zuid-Afrikanen een wandeling maken door de jungle naar de andere kant van het eiland. Onderweg worden we totaal opgevreten door de muggen en raken we het spoor ook een beetje bijster. De mannen in ons gezelschap weten het ook niet meer, maar uiteindelijk zien we dan toch de zee. Het slechte nieuws is dat er geen mogelijkheid is langs de kust terug naar het resort te lopen en dus: zelfde weg terug! Vol jeukende bulten maar voldaan komen we weer terug bij KBC Chalets. De volgende dag neemt Kayan ons met een bootje mee rond het eiland. Bij een koraalrif vlak voor een idyllisch strandje gaan we aan wal. Tijd om te snorkelen! In Singapore hebben we voor mij een duikbril op sterkte gekocht en ik ben erg benieuwd hoe het zicht is met zon’n ding. Het is redelijk eb, dus we moeten ons zo plat als een dubbeltje door het eerste gedeelte koraal wurmen. Prachtig koraal dat je niet wilt verwoesten en zee-egels waar je niet door geprikt wilt worden, raken ons op 10 centimeter na net niet. Het is erg spannend om door zulk ondiep water te snorkelen. Gelukkig raken we niets en komen we al snel in het diepe. De bril werkt als een trein en we zien prachtige vissen. Als we na anderhalf uur uit het water komen, zijn we helemaal gerimpeld en hebben we een pijnlijke afdruk van de duikbril in ons hoofd staan. ’s Avonds zitten we met de paar mensen die er zijn om een kampvuurtje en tovert Kayan zelfs een heuse joint tevoorschijn. Het is illegaal in Maleisië, maar hij verzekert ons dat wel 40% van de volwassen mannen in Maleisië regelmatig een blowtje rookt. Meer dan bij ons dus, daar waar het legaal is. Een positief punt voor dat christentuig in Den Haag ten aanzien van ons progressieve blowbeleid! Na drie dagen besluiten Rein en ik nog 1 bestemming aan te doen met de Zuid-Afrikanen voor we afscheid van ze nemen. Het seizoen hier in Maleisië begint net en de drogere seizoenen in Cambodja, Laos en Vietnam gaan op hun einde lopen en daarom willen we daar eerder heen. Op de terugweg gaan wij zeker nog meer van Maleisië zien. Onze Zuid-Afrikaanse vrienden gaan hun auto verschepen vanaf Bangkok en moeten dus nu Maleisië helemaal meepakken. We rijden achter elkaar aan richting Palau Perhentian, 2 eilanden die heel dicht bij elkaar liggen. Als we aankomen, varen er geen boten meer. We gaan wildkamperen in een bos aan het strand. ’s Avonds maken we van de laptop en autoradio van Carlos een heuse openluchtbioscoop en kijken we met z’n zessen een film. De volgende dag brengt een speedboot met 2 x 200 pk ons naar de eilanden en ik kan u vertellen: da’s enorm kicken! Na onze paradijselijke ervaringen op Palau Kapas valt Palau Perhentian ons in eerste instantie ietwat tegen. De bebouwing is op sommige plekken lelijk en alles oogt een beetje rommelig. Als we later die dag in zee plonzen, merken we waar het bij deze eilanden vooral om gaat: het onderwaterleven! Het water is zo helder dat het bijna eng is. Je lijkt in een enorm aquarium te liggen en je hoeft maar 50 meter te zwemmen en je ziet fantastische vissen. De volgende dag neemt een bootje ons mee naar 5 uitstekende snorkelplekken. Op de eerste plek zien we blacktip haaien vlak over de bodem scheren. Ze zijn meer dan anderhalve meter lang! Op de volgende plek is mooi koraal en uiteraard gooit onze kapitein net wat brood in het water op het moment dat we van de boot plonzen. Het gevolg is een enorme krioelende menigte vissen om je heen. In eerste instantie best beangstigend, vooral als ze je ook aanraken, maar als je het laat gaan is het fantastisch om die prachtig gekleurde creaturen van zo dichtbij te observeren. Op de volgende plek moeten zeeschildpadden zwemmen en ja hoor: ook deze krijgen we van dichtbij te zien. Ongelooflijk hoe traag die beesten zich voortbewegen! Inmiddels heeft Rein me geleerd hoe ik met snorkel en al naar beneden moet duiken, zodat ik nog dichterbij kan komen. Op weer een andere plek is het mooiste koraal te zien wat ik zelf tot nu toe heb gezien. Zowel Rein als Gary als Jo-Ann hebben veel gedoken en zeggen dat het absolute toppunt de rode zee is. Toch zijn ze blij verrast met de plekken hier en ik voel me echt bevoorrecht dat ik dit allemaal mag zien. Een soort van paarse zakken waar dan weer roodachtige anemonen uitkomen waar zich dan weer Nemo-visjes in nestelen. Fluorgroen koraal waar opeens een zwartblauw gestreepte slang achter vandaan kringelt. Een oranje boxfish die meer op een drijvende stervrucht met oogjes lijkt dan op een vis. Een gestippelde rog ligt op de bodem en verroert zich niet. Sommige vissen lijken rechtstreeks van de spuiterij te komen, zo fel zijn ze gekleurd en zulke mooie patronen staan erop. Dit is een fantastische afsluiting van onze tijd met de Zuid-Afrikanen. De volgende dag gaan zij verder in Maleisië en gaan wij richting Thailand. Waarschijnlijk is het geen definitief afscheid en zoeken we elkaar weer op in Laos of Vietnam om een stuk samen te reizen. Ze hebben ons een voorstel gedaan: “Waarom laten jullie de auto nadat jullie Zuidoost Azië hebben gezien niet naar Zuid-Amerika verschepen, waar wij dan inmiddels op jullie wachten? Dan kunnen we samen Zuid-Amerika doen en verschepen naar Zuid-Afrika. Je kunt Carlos dan bij ons laten staan en dan na een jaar terugkomen en de auto via Afrika naar huis rijden”. Het is natuurlijk een fijn en wild idee, maar dit aanbod moeten we toch afslaan. Er moet over 5 maanden ook maar weer eens gewerkt worden, haha! We nemen hartelijk afscheid van onze vrienden en na een maand samen gereisd te hebben, scheiden onze wegen zich. Een beetje bedroefd, maar ook blij weer met z’n tweetjes te zijn, reizen Rein en ik richting de grens. De wegen zijn perfect en aan alles zie je dat Maleisië een goed georganiseerd land is. De bevolking is overwegend Moslim, maar je ziet hier veel vrouwen aan het werk en ze zijn wat minder zwart en zwaar ingepakt dan in andere moslimlanden waar we doorheen zijn gekomen. Vaak hebben ze een witte hoofddoek en de meesten lachen me vriendelijk toe als ze me zien. Eigenlijk zijn we erg verbaasd over de mate van ontwikkeling van Maleisië. We zien onderweg nog wel wat plekjes die we op de terugweg zeker zullen gaan bezoeken en aan het eind van de dag eindigen we in de buurt van de Thaise grens. De volgende dag kopen we vlak voor de grens een autoverzekering en tuffen we naar Thailand. Het Carnet de Passage hebben we hier niet nodig en na wat summiere formaliteiten rijden we soepeltjes het land binnen. Het land waar ik 3 jaar geleden voor het eerst mijn overzeese ervaring had samen met 4 vrienden. Het land van lieve mensen, prachtige stranden, mooie natuur, goedkope drank en easy travelling. Vorig jaar was ik er weer en zag ik al dat het toerisme er als een waanzinnige groeit. Toen Bart ons vanuit Thailand in KL opzocht, vertelde hij al dat het bijna niet meer leuk is en dat de fijne backpackersplekken door voornamelijk Zweden worden opgeslokt. Het nieuwe Benidorm is in aantocht. Toch voel ik me al meteen weer op mijn gemak. We besluiten op weg naar Bangkok op een paar toeristische plekken te stoppen waar we nog nooit geweest zijn. We komen er met de auto nu toch langs, dus dit is onze kans! Onze eerste stop is in Krabi, waar we met een longtail naar Railay varen. De kust daar bestaat uit prachtige limestone rotsformaties met een super strand erbij. Een aantal jaren terug was het hier volgens ons guidebook nog niet zo druk, maar dit is nu wel anders. De hele vloedlijn ligt vol met longtails en op het strand is geen maagdelijk stukje zand meer te vinden. We zwemmen en eten wat en gaan een paar uur later weer terug. Een hele mooie plek, maar teveel mensen… De volgende dag rijden we naar Ao Phang-Nga National Park. We huren een longtail die ons door de prachtige mangrovebossen vaart. In het water staan waanzinnige limestone rotsformaties, waarvan er eentje erg beroemd is: James Bond Island. Deze setting is gebruikt in The man with the golden gun. We gaan er niet aan land, want het is daar ene toeristenkermis. We blijven aan boord en hebben relatief weinig last van andere mensen. Het begint weer te regenen en dat levert prachtige wolkenluchten op. Het is echt een mooi national park en we zijn blij dat we het nu eens met eigen ogen zien. Na deze prachtige dag willen we het op Pattaya na meest vettige toerisme van Thailand zien: Phuket en dan wel Patong Beach. We willen de bierdrinkende en Thaise meiden verslindende mannen uit het westen hier wel eens bekijken. Bij aankomst regent het nog steeds en we schuilen in een barretje waar Italiaanse mannen tegen hun net gehuurde Thaise meiden aan staan te schurken. Ze laten zich vol bier lopen en wat er daarna gebeurt, laat zich makkelijk raden. Het is best wel triest om te zien. Als de zon onder is, storten we ons vanuit ons met Zweedse vlaggen behangen hotelletje in het uitgaansleven van Patong Beach. Het is een neonkermis en het bier is veel duurder dan elders in Thailand. Overal lopen diklijvige mannen die zwaar aan de zuip zijn of die in de kont van hun nieuwe aanwinst knijpen. Ladyboys (Thaise travestieten) zijn voor een bar aan het dansen en overal vragen ze je of je niet naar een pingpongshow wilt. Voor de leken: een show waarbij meiden pingpongballen uit hun vagina door de ruimte schieten. Echt wat voor ons, denk ik nog. Maar Rein heeft geen zin! We gaan aan het bier en belanden uiteindelijk in een Hollandse kroeg met pinda’s op de bar, kroketten, bitterballen, ballen gehakt en Andre Hazes over de boxen. Aan een lange tafel zit een groep Nederlandse kermisklanten die, naarmate het bier vloeit, harder begint te zingen en te dansen. We bekijken alles met een glimlach vanaf de bar. Hierna belanden we nog in een rocktempel, waar een coverband heel professioneel AC/DC staat te imiteren. Op weg naar huis drinken we nog een laatste pint in een bijna lege kroeg, waar een verrassend goed coverbandje staat te spelen. De frontman vindt ons erg amusant (we zijn namelijk de enigen die echt in de muziek zijn geïnteresseerd) en het lukt me ze over te halen tot het spelen van 3 verzoeknummers. Het was een dolle nacht en om een uurtje of vijf rollen we in bed. De volgende middag besluiten we dat een nachtje Phuket voor ons wel genoeg is en we zetten koers naar Khao Lak, een strand aan de westkust. Van daaruit gaan we een snorkeltrip maken naar de Similan eilanden, een duikersmecca dat 60 km uit de kust ligt. Hier hopen wij weer getrakteerd te worden op een nieuw onderwaterspektakel!