Dag Carlos!
Door: Lawax
13 Juli 2009 | Maleisië, Kota Kinabalu
Op 1 juli is het na twaalf dagen Bangkok zover: we vliegen via Singapore naar Kuching op Borneo. Borneo is het op twee na grootste eiland van de wereld en bestaat uit Sarawak en Sabah (Maleisie), Brunei en Kalimantan (Indonesie). In het verleden zijn er veel twisten geweest over de grond in Borneo. Er floreerde een rijke handel in specerijen en later in olie en iedereen wilde daar natuurlijk wel een graantje van meepikken. In de 17e eeuw komen de Engelsen en de Nederlanders aan land en hun belangen botsen. Een akkoord uit 1824 verdeelt Borneo in verschillende handelsgebieden, die later de 20e-eeuwse grenzen zullen markeren. Nederland krijgt het gedeelte dat later Indonesie wordt (Kalimantan) en de Engelsen krijgen het gedeelte dat later Maleisie wordt (Sarawak en Sabah). Brunei is de enige onafhankelijke staat in huidig Borneo. In 1907 is de anglo-hollandse onrust wel voorbij en fuseren de Engelse en de Nederlandse oliemaatschappijen in de Royal Dutch Shell en in 1930 zijn zij verantwoordelijk voor 85% van de olieproductie in Indonesie. Dit wetende, realiseer ik dat mijn eigen geschiedenis steeds dichterbij komt. Tot nu toe bestonden de voormalige imperialisten tijdens onze reis uit Engelse en Fransen, maar naarmate we Indonesie naderen, kunnen de Hollanders aan dit rijtje worden toegevoegd. Ik ben benieuwd wat we daar vandaag de dag nog van mee gaan krijgen…
Kuching is een leuke, maar suffe stad in Sarawak. Na een dag hebben we het wel gezien en gaan we met een omweg richting het oosten. Ten zuiden van Kuching bezoeken we een rehabilitatiecentrum voor orang oetangs. Toeristen kunnen hier tijdens voedertijd de dieren in natuurlijke omgeving zien. Ik verwacht aanvankelijk de dieren in een kooi te zien, maar bij aankomst blijkt het oppassen geblazen. De dieren lopen vrij rond en je moet niet binnen een straal van 7 meter in de buurt komen, want dan loop je serieus gevaar. Soms worden er een stuk of twee waargenomen, soms ook geen een. We hebben vandaag geluk en zien een aantal volwassen vrouwtjes al dan niet met jongen en de grote baas himself. Het is echt een prachtig gezicht. Vooral als het grote mannetje een kokosnoot pakt en die met z’n handen pelt, als ware het een sinaasappel. Vervolgens ‘tikt’ hij de kokosnoot tegen hout en lekt het sap eruit. Nadat hij het vruchtvlees op heeft, slingert hij zichzelf naar de andere kant van de open plek in het bos, een angstig heen en weer bewegende groep toeristen achter zich latend. Na een uur fantastisch aapjeskijken gaan we verder richting een Iban longhouse in de jungle van Sarawak. De Iban werden heel lang geleden gevreesd als koppensnellers. Ze waren een oorlogslustige stam en waren destijds zelfs actief als piraten. Vandaag de dag is het een vredelievende groep mensen die wonen in zogenaamde longhouses. De traditionele longhouses zijn van hout, maar we zien ze ook al van beton, compleet met electriciteit, schotelantennes en stromend water. Wij komen na een boottocht aan bij het longhouse waar wij zullen overnachten. Het is een houten exemplaar, deels voor de toeristen in stand gehouden en deels voor henzelf. Inmiddels ligt er een weg en is er electriciteit. De bewoners moeten nog wel naar de rivier om zich te wassen, want vooralsnog is er geen stromend water. We nemen een kijkje in het huis. Het is een heel langwepig gebouw op palen dat je nog het best als een aaneengesloten rijtjeshuis kunt zien. Ieder gezin heeft zijn eigen unit met daarvoor een stuk gemeenschappelijke ruimte en daarvoor een buitenruimte. Het is echt een prachtige constructie en terwijl mijn blote voeten de houten vloer betreden, denk ik opeens weer aan mijn voormalige ruimte in de inktfabriek. Het lokale drankje is rijstwijn en er komt een oud baasje op me afstappen die overduidelijk al een flesje of wat van dat spul opheeft. Hij schaamt zich in ieder geval nergens meer voor en pakt me stevig beet. Die avond worden we uitgenodigd met de Iban te dansen en rijstwijn te drinken in de longhouse. We zijn met een groep van 8 toeristen die er allemaal de humor wel van inzien. Het is een leuke avond en om een uur of elf keren we allen terug naar onze spartaanse accomodatie in de vorm van een schuur op palen. De volgende dag zien we hoe peper groeit, hoe ze longboats maken en krijgen we een blowpipe-demonstratie. Na dit alles stappen we weer in de boot en daarna in de auto die ons op het busstation dropt. Via Bintulu rijden we naar Miri en onderweg zien we vele palmolieplantages en veel, heel veel vrachtwagens met boomstammen. De ontbossing gaat ook hier in rap tempo en je vraagt je af hoe het toch verder moet. De rivieren zijn bijna allemaal modderbruin, omdat het regenwater op zijn weg naar het laagste punt alle grond meesleept. Vroeger hield de dik begroeide jungle dit wel tegen en was het water helder. En dit is natuurlijk nog niet eens het ergste gevolg van de ontbossing. Het is moeilijk om met het vingertje naar de bewoners hier te wijzen. We hebben zelf immers in het verleden ons eigen land ook helemaal gecultiveerd en wij zijn ook deels verantwoordelijk voor de aankoop van het hout uit het tropisch regenwoud en die palmolie wordt bijvoorbeeld weer gebruikt om onze auto’s op biodiesel te laten rijden. Je kunt je afvragen of het milieu daar wat mee opschiet. Gelukkig zijn er op Borneo ook gebieden waar absoluut niet gekapt mag worden: de National Parks. Wij zijn onderweg naar Miri om vervolgens met het vliegtuig (ook lekker voor het milieu) naar Gurung Mulu National Park te gaan. We moeten overnachten in Miri en terwijl ik bij de tassen blijf, gaat Rein op zoek naar een hotelletje. Hij komt terug met een grijns op z’n gezicht, want hij heeft iets redelijks gevonden voor weinig. Hij vindt het wel vreemd dat de hoteleigenaar bij het tonen van de kamer uit het raam wijst en zegt: ‘Daar aan de overkant is een nog goedkoper hotel. Zou je daar niet heen gaan?’ ‘Nee’, zegt Rein. ‘Deze kamer is prima. We nemen hem!’ Nadat we onze tassen gedropt hebben, klimmen we de heuvel op naar het Petroleum Museum. Naast dit museum staat de boortoren van de eerste oliebron van Maleisie: de Grand Old Lady uit 1910. Miri is een nieuwe en rijke stad die eigenlijk door de olie is ontstaan. Het staat vol met betonnen gebouwen en hotels en het spreekt ons niet erg aan. Later die avond wordt trouwens duidelijk waarom de hoteleigenaar zo naar de overkant van de straat wees. Onder het hotel blijkt een discotheek te zitten die de woorden ‘SEXY ANGELS’ groot op een spandoek heeft staan. Het is een ordinaire hoerenkeet en tot twee uur in de nacht beweegt ons bed mee op de valse geilemannenkaraoke van beneden en, wat later, op het gekreun uit de overige hotelkamers. De volgende dag vliegen we met ons brakke hoofd naar Mulu. We beginnen met de wandeling naar de meest beroemde grotten. Waar je normaal op drassige paden loopt, vol met bloedzuigers en andere hindernissen, lopen we nu over een plankier. Het park met de grotten staat op de werelderfgoedlijst en ze hebben deze attracties voor iedereen toegankelijk gemaakt. Het is wat vreemd, maar eigenlijk ook heel geweldig voor mensen die wat minder fit of goed ter been zijn. Onderweg zien we allerlei vreemde diertjes en insecten en mooie vlinders en bloemen. We komen na drie kilometer aan bij Lang’s Cave, een grot waar we prachtige formaties zien. Daarna vervolgen we onze weg naar de Deer Cave, de grot met de grootste entree ter wereld. Het is een reusachtige grot die vanbinnen wel 120 meter hoog is en die bewoond wordt door ontelbare vleermuizen. Je kan hier twee op elkaar gestapelde Lebuinustorens in kwijt! Nadat we de grot van binnen hebben bekeken, nemen we plaats buiten de grot waar we, als we geluk hebben, de spectaculaire uittocht van de miljoenen vleermuizen uit de grot kunnen zien. Helaas begint het te gieten en blijven de vleermuizen binnen. Wij lopen in de stromende regen terug naar onze accomodatie. De dag erop gaan we per longboat nog twee grotten bezoeken. Met name de laatste grot is bijzonder, want daar stroomt nog een aanzienlijke hoeveelheid water door. Het is net een filmset van een fantasyfilm. Naderhand kunnen we buiten de grot een duik nemen in hetzelfde water als door de grot stroomt. Het is superhelder en werkelijk verfrissend koud. Het is lang geleden dat ik in zo koud water heb gelegen! Voordat we de volgende dag terug vliegen, maken we de wandeling naar de Canopy Skywalk, een stelsel van smalle hangbruggen op zo’n 35 meter hoogte. Je kunt zo de jungle vanuit een ander perspectief bekijken. Na deze wandeling vliegen we terug naar Miri en rijden we de volgende dag met een minivan naar Bandar Seri Begawan, de hoofdstad van het Islamitische Brunei. Brunei is een van oudsher machtig sultanaat. De bloeiperiode lag tussen de 14e en 16e eeuw en toen was het rijk ook veel groter dan nu. Onder invloed van Europese imperialisten verloor het sultanaat terrein en was het van 1888 tot 1984 zelfs een Brits protectoraat. Sinds 1984 is het weer een autonome staat met aan het hoofd Sultan Hassanal Bolkiah. Hij is een telg uit de dynasty die al sinds de 15e eeuw aan de macht is en die walgelijk veel geld hebben verdient met de olie. Hij is zowel hoofd van de staat als de regering en deinst niet terug voor wat voor zelfverheerlijking dan ook. Bij aankomst in Brunei vinden we die enorme rijkdom niet zo erg zichtbaar bij het gewone volk. Het schijnt dat de bevolking wel redelijk kunstmatig aan het werk wordt gehouden (merendeel in overheidsdienst) en dat ze van allerlei regels profiteren, zoals bijvoorbeeld het niet hoeven betalen van belasting. We kopen een retourtje Bangar. Niet omdat we daar moeten zijn, maar vanwege de speedboot die er naartoe vaart. Met een gangetje van soms wel 80 km. per uur knallen we door een web van mangroves en waterwegen. De boot hangt helemaal scheef in de bochten en we voelen ons een beetje James Bond. Daarna ronselen we vervoer naar Jerudong om twee resultaten van een buitensporig uitgavenpatroon te bekijken. Prins Jefri, de broer van de sultan, is een extravagante man met een gigantisch gat in de hand. Hij heeft in Jerudong het Empire Hotel & Country Club laten bouwen. Dit duurste hotel ter wereld heeft een slordige 1 miljard dollar gekost. Wij hebben er even rond gekeken en je snapt niet hoe dit hotel ooit winst kan maken. Dezelfde Prins Jefri heeft in 1994 het grootste attractiepark in Zuidoost-Azie laten bouwen: de Jerudong Playground. Hij heeft niemand minder dan Michael Jackson het park laten openen met een voor de mensen uit Brunei gratis concert. Het attractiepark was een gift van het sultanaat aan het volk, maar ditzelfde volk had natuurlijk nooit genoeg knaken om het park te onderhouden. Wij lopen er rond door half afgebroken attracties, overwoekerde paden en lege plekken waar ooit megarides stonden die inmiddels aan de Thai zijn verkocht. Er zijn nog een paar attracties open en voor 1 euro (!) kunnen we een paar rondjes rijden in afgetrapte karts op een al even afgetrapte baan. Achter de pits staat een rij karts waar de wielen al afgesloopt zijn. Het wordt langzaam donker en voor ons en nog twee anderen wordt in de Simulator een zielige goochelshow opgevoerd door iemand die blijkbaar gisteren een goocheldoos voor z’n verjaardag heet gekregen. Het is tenenkrommend en fascinerend tegelijk. Wat ooit een levendig symbool voor pracht, praal en welvaart was, is verworden tot een in verval geraakt, misvormd stuk geschiedenis. De vergelijking van Jerudong Park als metafoor voor het leven van Michael Jackson dringt zich op en de onbedoelde ironie van het openingsconcert. De volgende dag staan we om kwart voor zes op om de ferry naar Palau Labuan te halen. Vanuit daar kunnen we een boot naar Kota Kinabalu (KK) in Sabah pakken, maar bij aankomst op het taxfree eiland waait het en vaart de boot naar KK niet. We besluiten dus maar noodgedwongen een nachtje op het eiland door te brengen. We lopen naar een tent waar je taxfree bier kan drinken. Een euro voor 650 ml. Tiger bier! We raken in gesprek met een Filippino en iemand uit Sarawak die beiden in de olieindustrie werken. Bijna iedereen op Borneo spreekt engels. Er zijn zoveel verschillende etnische groepen, dat ze onderling het engels soms ook als voertaal gebruiken. Het is een leuke avond en de volgende morgen vaart de boot ons wel naar KK.
-
13 Juli 2009 - 10:13
Lies:
Misschien toch eerder naar huis en de kikkers op Slowlands verkopen?!
Dikke kus -
13 Juli 2009 - 14:22
Frans Kroon:
Hallo Popjes, ondanks stotende tenen en hoofden houden jullie de sfeer hoog lees ik uit jullie verslagen! Stelletje lolbroeken ook he! Het zij jullie van harte gegund: geniet van Indonesië met volle teugen en veilige thuisreis gewenst, Frans. -
13 Juli 2009 - 20:44
Elsje:
Heej,,
weer prachtige foto´s ik ben benieuwd naar de rest van jullie verhalen :)
Tot snel
Liefs x, -
14 Juli 2009 - 20:56
Ankie:
OOOWWW wat fijn om weer even met jullie op reis geweest te zijn, en de prachtige plaatjes te bekijken!!
BEDANKT voor al jullie output deze afgelopen ruim 10 maanden, het was een waar genoegen :-)
Geniet nog maar van deze laatste periode reizen, die toch ook weer heel anders zal zijn, zo zonder Carlos.
Doeiii, bey bey, groets en zoen. -
15 Juli 2009 - 17:42
Monique:
Blowpipe demonstratie??? -
15 Juli 2009 - 19:45
Kraai:
Ik zit op dit moment samen met Ché op een camping in Nunspeet.
Ik hou ook een weblog bij,
www.holadi jee.
Nun-speed.nl
Tot gauw, groet, Kraai -
16 Juli 2009 - 05:23
De Popjes:
Tsjaa, een blowpipe... Ik weet dat het klinkt als het nieuwste speeltje uit een inferieure sexcatalogus, maar het is eigenlijk een pijp, waarmee de Iban mensen vroeger pijltjes met gif schoten. Je brengt de pijl in beweging door op de pijp te blazen. We hebben het zelf ook mogen doen en hebben niet doorgeslikt... Smaxie! -
16 Juli 2009 - 12:02
Douwe:
Een tijdje jullie verhalen niet gevolgd, maar ik heb er weer van genoten!
Mooie verhalen om in de sfeer te komen voor onze vakantie (wij rijden morgen via Polen en Roemenië, Bulgarije, naar Turkije.) Lekker een paar weken in de tent.
Veel plezier nog!!
Oh ja, ik had nog een idee:een wereldwijde nationale boomplantdag! -
17 Juli 2009 - 22:23
Frank:
hele mooie verhalen
nog beter als jullie weer terug zijn
groetje frank & claudia -
20 Juli 2009 - 10:47
Gotie:
Hey lieve popjes!
Ik heb zo'n zin om jullie weer te zien!! Het is echt super allemaal, foto's en verhalen. Orang oetangs lijkt me helemaal fantastisch om te zien. Maar ik mis jullie wel hoor..helemaal als ik me bedenk hoe de kikkershow van Rein eruit moet hebben gezien. Hey gekke apen, tot snel!
Liefs Gotie -
20 Juli 2009 - 13:40
Rutger-Jan:
Daar kikker je van op!
Groet, en nog veel plezier
Rutger-Jan -
23 Juli 2009 - 09:51
Henk:
vrijdag 21 augustus Lima kikkeract van Rein, en de wk open deuren die toch gesloten bleken te zijn, tot lowlands xx
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley