Uncle Ho - Reisverslag uit Vientiane, Laos van depopjes - WaarBenJij.nu Uncle Ho - Reisverslag uit Vientiane, Laos van depopjes - WaarBenJij.nu

Uncle Ho

Door: Lawax

Blijf op de hoogte en volg

02 Juni 2009 | Laos, Vientiane

Na al het geëmmer met mijn teen is het eindelijk zover: we gaan in de korte tijd die we hier nog over hebben iets van Vietnam zien. Om te beginnen willen we graag naar Hoi An, een stadje dat op de Werelderfgoedlijst staat en dat door de Amerikanen nu eens niet volledig platgebombardeerd is. We nemen een slaapbus vanuit Nha Trang, een reis van 11 uur. Het is een uiterst vreemd ingerichte bus met stoelen die ver achterover kunnen klappen en op de plek van je voeten zit een soort bak die taps toeloopt. De bedoeling is je voeten daarin te steken, maar aangezien alles op Aziatisch formaat is, zitten je voeten halverwege die bak al klemvast. Het is dus uiteraard schier onmogelijk gestrekt te liggen. Ik heb mazzel, want we hebben twee plekken helemaal achter in de bus en ik heb een stoel zonder voetenbak. Ik zag mijn teen in gedachten al verpletterd worden, maar gelukkig komt nu het enige gevaar van voren; een ontzettend dikke en lompe engelse jongeman die nogal veel met zijn armen zwaait. Het nadeel van achter in de bus zitten, is dat het nogal kan bonken. De vering van deze bus is nog spartaanser dan die van Carlos en we doen geen oog dicht. Bij elke hobbel worden we een paar centimeter van onze stoel gelicht en komen we met een doffe klap weer neer. Aangezien ik de voetenbak mis, moet ik me bij de abrupte remacties van de chauffeur, die zijn rijbewijs overduidelijk gratis bij een pak noodles heeft ontvangen, vastklampen aan de hoofdsteun om niet via het gangpad door de voorruit te knallen. We moeten er wel om lachen en volledig geradbraakt arriveren we in Hoi An. Het is een prachtig stadje met mooie architectuur.Van de 17e tot de 19e eeuw was het een belangrijke havenplaats in Zuidoost Azië. Chinezen, Japanners, Nederlanders, Portugezen, Spanjaarden, Indiërs, Filippino’s, Indonesiërs, Thai, Fransen, Britten en Amerikanen kwamen met hun schepen om het beroemde hoogwaardige zijde te bemachtigen. Maar ook andere stoffen, papier, thee, porselein, suiker, peper, Chinese medicijnen etcetera. Veel Chinezen zijn zich uiteindelijk gaan vestigen in Hoi An en vandaag de dag zijn 1300 van de 75800 inwoners etnische Chinezen. Onder de Fransen was het stadje een administratief centrum. Vanwege het laagseizoen valt het aantal toeristen mee en er is heel veel lokale bedrijvigheid op de markt en in de straatjes. We boeken een tourtje naar My Son, ruïnes van Hindi-tempels, die vergelijkbaar zijn met de tempels van Angkor in Cambodja. Voor ons is die opeenstapeling van stenen dus niet zo erg bijzonder (Freerk heeft het meestal zelfs over een zinloze opeenstapeling van stenen. Bij voorkeur als hij voor zoiets als de Taj Mahal staat). Wat wel bijzonder is, is de locatie. Het staat middenin een bos dat zich sinds de oorlog behoorlijk goed hersteld heeft. De Amerikanen hebben ook hier ettelijke kilo’s bommen opgeflikkerd en nog steeds zijn de sporen daarvan zichtbaar in de vorm van kraters en met de grond gelijk gemaakte monumenten. Op de terugweg worden we bij een boot afgezet en varen we via wat eilanddorpjes in de rivier terug naar Hoi An. De volgende dag willen we met de trein naar de Gedemilitariseerde Zone, een strook land die tijdens de Vietnam oorlog bedoeld was als een gedemilitariseerde zone tussen noord en zuid, maar wat uiteindelijk het meest bewapende slagveld van de oorlog werd. Helaas is de trein volgeboekt en worden we al moe van de gedachte aan een nachtbus. We slaan de Gedemilitariseerde Zone over besluiten het vliegtuig naar Hanoi te pakken. We hebben niet veel tijd meer, dus we moeten keuzes maken. Onderweg naar het vliegveld van Danang komen we langs het beroemdste strand van Vietnam: China Beach. Hier werden de Amerikaanse soldaten tijdens de oorlog heen gestuurd voor wat broodnodig vertier. Wij zien alleen een enorm lang strand met daarlangs allerlei afschuwelijke bouwprojecten. Er worden grote ommuurde resorts gebouwd, waar toekomstige klanten met een beetje mazzel tijdens hun vakantie niet van het terrein af hoeven. Het vliegveld van Danag was tijdens de oorlog het drukste vliegveld van de wereld. Nu is dat uiteraard niet meer het geval, maar we zien wel iets eigenaardigs. Rein wenkt me naar het raam en daar zien we een Hercules vrachtvliegtuig van het Amerikaanse leger. Het is onvoorstelbaar dat hier 35 jaar geleden Amerikaans oorlogstuig af en aan vloog en dat er nu zonder veel poeha een Hercules in de startblokken staat. We zien hem opstijgen, wat een fantastisch gezicht is. Het is wonderbaarlijk hoe vergevingsgezind die Vietnamezen zijn. We vragen aan een Vietnamees die goed engels spreekt hoe het toch kan dat hier zoveel Amerikaanse toeristen rondlopen zonder dat ze door de lokale bevolking met de nek worden aangekeken. Nog steeds lijden er Vietnamezen onder de vervuilde grond die Agent Orange achterliet en die hun water en gewassen gevaarlijk maakt te nuttigen. Je loopt het risico op misvormde baby’s en wat voor narigheid al niet meer? De man legt ons uit dat de Vietnamezen het verleden achter zich willen laten en naar de toekomst willen kijken. Ook vindt hij dat de generatie van nu niet verantwoordelijk is voor de daden van toen. Hij heeft daar natuurlijk een punt en om onze bewondering voor zijn volk kracht bij te zetten, halen wij onze moeizame relatie met de Duitsers maar eens aan. We vertellen hem dat we er wel meer dan 50 jaar over gedaan hebben vriendschap te sluiten met onze oosterburen en dat er zelfs nu nog mensen zijn die het liever over moffen hebben dan over Duisters. Om over het voetbal maar te zwijgen… Na iets meer dan een uur vliegen arriveren we in Hanoi. Het is de hoofdstad van Vietnam en na Saigon (6,3 miljoen) met 3,5 miljoen mensen de grootste stad. Van 1902 tot 1953 was het tevens de hoofdstad van Frans Indochina. Waar ik een beetje een statische communistische hoofdstad verwachtte, komen we in een bruisende en mooie stad terecht. Het oude hart van de stad, the Old Quarter, is een web van straatjes, steegjes en smalle pandjes. De straten zijn er vernoemd naar de koopwaar die er vroeger werd verhandeld. De lokale bevolking zit op piepkleine krukjes Pho (noodlesoep) te eten en Bier Hoi (tapbier) te drinken. Ik loop inmiddels weer als de spreekwoordelijke kievit en het is fantastisch om te verdwalen in dit deel van de stad en alle winkeltjes in te kijken. Meestal stapelen ze de koopwaar tot de nok toe op met uitbreiding naar buiten. De trottoirs zijn praktisch onbegaanbaar, omdat ze als parkeerplaats voor de vele brommers dienen of simpelweg als uitbreiding van een winkeltje of een terrasje. Je moet jezelf echt door de nauwe straten en de brommers heen wurmen. Als je naar boven kijkt, zie je de voor Azië zo karakteristieke wirwar van elektriciteitsdraden en de gevels van ultrasmalle pandjes. Vroeger werd er in Vietnam belasting betaald naar gelang de breedte van de gevel van een pand. Dit resulteerde in hele smalle, lange panden, wat een maf gezicht is. Vandaag de dag zie je dat ook veel nieuwbouw nog steeds smal en diep is. Om de paar seconden hoor je het geluid van een claxon. Ze hebben hier toeters met wel 8 verschillende geluiden erop. Bij elke versie is het zo gemaakt dat het geluid aan het eind zachter wordt en uitsterft, waardoor het net lijkt of de auto luid toeterend in volle vaart voorbij rijdt. Zo eentje kopen we voor Carlos! We zien aan het aantal reisbureautjes en hotels dat het hier in het hoogseizoen sterft van de toeristen en we zijn blij dat we nu met weinig zijn. We bezoeken het Army Museum, waar in de tuin een gigantische bult met wrakstukken van een F-111 staat. Het lijkt wel kunst! Uiteraard kan ik me weer vergapen aan een Huey helikopter en een Russische Mig. De volgende dag staan we op tijd op om in de rij voor het mausoleum van Ho Chi Minh plaats te nemen. Het is een geweldig lange rij met voornamelijk Vietnamezen. Het is een waar pelgrimsoord waar je behalve de goede man zelf ook een aan hem gewijd museum, zijn presidentiële paleis en werkplek kan bekijken. In de communistische traditie van het opgebaarde lijk gingen Lenin en Stalin hem voor en na hem kwam Mao. Rein twijfelt of hij het wel de moeite waard vindt in de rij te staan, maar ik overtuig hem ervan dat de rij op zich al een ervaring is en dat je Uncle Ho gewoon moet zien. Als bijna de enigen blanken in de rij krijgen we veel aandacht. We steken met kop en schouders boven de kleine mensen uit en een aantal willen met ons op de foto en veel kinderen willen ons de hand schudden en vragen in het engels onze naam. Op een gegeven moment voel ik dat er iemand aan me zit te frunniken en als ik me omdraai is het een klein kindje. Ik neem haar even op de arm, maar die reusachtigheid wordt haar al snel teveel. Langzaam schuifelen we dichterbij en na inlevering van rugtas en camera stappen we twee uur later het ijskoude, statige mausoleum binnen. Rein loopt wat te grappen met een Australiër en krijgt een waarschuwing van de bewaking. Hier in het heilige der heilige dien je je mond te houden! De rij wurmt zich in sneltreinvaart langs de baar en voor we het weten staan we weer buiten. De volgende dag gaan we naar Halong Bay, ook een plek die op de Werelderfgoedlijst staat. Het is een verzameling van meer dan 3000 eilandjes in de Golf van Tonkin, net buiten de kust. De way-to-do-it daar is een cruise te maken in de baai en te slapen op de boot. Na wat navraag blijkt het slapen op de boot gewoon op een plek plaats te vinden waar veel soortgelijke boten liggen, dus we besluiten 2 nachten op een eilandje in een hut door te brengen. We maken wel een korte cruise en vergapen ons aan de kalksteenformaties die oprijzen uit zee. We zijn wederom erg blij dat we off-season reizen, want er zijn wel 500 toeristenboten in Halong Bay en als die allemaal tegelijk rondvaren, heb je de Giethoorn-ervaring. We maken een kayaktochtje tussen de rotsen. Ik was in aanvang erg verheugd mijn teen weer in zee te kunnen dompelen, want dat versnelt het genezingsproces. Dit blijkt bij aankomst geen goed idee, want het zeewater is op sommige plekken helaas erg vervuild. Ons hutje staat op palen en bij vloed klotst de zee eronder door. We zijn met een groepje van zeven mensen die allemaal een ander programma hebben. ’s Avonds drinken we bier op het strand en dat smaakt goed na 10 dagen onthouding vanwege de antibiotica! De volgende dag gaan we een hike doen op 1 van de eilanden en zijn we maar met 3 personen en een gids. Het is een uiterst mooie wandeling en we komen bijna geen kip tegen. Het regenseizoen is hier echt begonnen en we besluiten de steile helling die op het programma staat niet te nemen. De paden worden erg glibberig en we nemen een ander pad dat minder steil is. In totaal hebben we drie boten nodig om ons van en naar het eiland te vervoeren, omdat er bij twee boten wat mis gaat met de motor. Het maakt ons niet veel uit. We zijn moe van het lopen, maar we genieten van al het natuurschoon om ons heen. De dag erop varen we met de boot naar Cat Ba Island, waar we een ‘geheime’ grot bezoeken die in de oorlog tot militair ziekenhuis voor officieren is omgebouwd. Compleet met zwembad en bioscoop. Het ziet er volgens Rein allemaal net iets te mooi uit om waar te zijn en we vermoeden dat het speciaal voor toeristen is gebouwd. Na dit bezoek klimmen we op de mountainbike en nemen we een paar colletjes van de categorie ik-loop-wel-naar-boven. Bergafwaarts volgt de beloning en Rein en ik zoeven met een noodgang op kop de heuvel af. Geweldig! Volledig nat van het zweet stappen we op de boot en later in de bus terug naar Hanoi, van waar we de volgende dag weer naar Laos vliegen. We verheugen ons om twee redenen erg op de terugkomst in Luang Prabang. De eerste is het weerzien met Carlos en het feit dat we weer onafhankelijk kunnen reizen. In Vietnam in ons toch wel duidelijk geworden hoe fijn het is om je eigen vervoer te hebben. De tweede reden is het weerzien van onze Zweedse vrienden. Na Cappadocia en Nemrut Dagi in Turkije, Yazd in Iran, Quetta en Islamabad in Pakistan en Goa in India zien we ze hier in Laos waarschijnlijk voor het laatst deze reis. We nemen na aankomst op het vliegveld direct een taxi naar het guesthouse waar ze kamperen. Ola, Nina, Temba, Disa, Tinna en Atlas vliegen ons om de nek en we zitten tot 3 uur ’s nachts bij te kletsen. Het is erg leuk om ze weer te zien. De volgende dag halen we Carlos op en monteert Rein de Vietnamese toeter. De kinderen vinden het fantastisch en raken niet uitgetoeterd. De volgende dag moeten we helaas alweer afscheid van ze nemen, maar we zien ze vast wel weer ergens in Zweden of waar dan ook op de wereld. Met een gemiddelde snelheid van 30 km/uur tuffen we door het prachtige berglandschap. Ook hier weer de trieste ontbossing, maar gelukkig ook stukken met prachtig groen tropisch bos. Op sommige plekken is al goed zichtbaar wat de regen met de weg kan doen en zijn er hele stukken weggezakt. Aan het eind van de dag arriveren we in Luang Namtha, een plaatsje vlakbij de Chinese grens. We willen graag in de tent slapen, maar zo nu en dan valt de regen werkelijk met bakken uit de lucht en het lijkt ons geen goed idee onze Afrika-tent op de proef te stellen. Alles is sowieso al vochtig en klam en als de zon gaat schijnen na een fikse bui, lijkt het net een sauna. Luang Namtha is omgeven door rijstvelden en etnisch diverse dorpjes. De volgende dag kopen we een kaart van de omgeving en rijden we dwars door de middeleeuwen. Dorpjes waar Black Thai, Lao Huay en Akha stammen leven passeren de revue. De mensen staren ons wat wezenloos aan als we voorbij rijden en zwaaien. De mensen zijn hier erg arm en leven van en met bijna niets. Waar ze uiteraard wel weer genoeg van hebben, zijn kinderen. In de armste gebieden worden toch de meeste kinderen geboren. We maken een wandeling naar een waterval en nemen een glibberig pad dat parallel loopt aan de rijstvelden. De omgeving is adembenemend groen en de dreigende regenwolken afgewisseld met stukken blauw en de felle zon maken het plaatje alleen maar mooier. We blijven nog een dag en dan gaan we op weg naar de Thaise grens.

  • 02 Juni 2009 - 13:21

    Lies:

    Mooi verhaal! Fijn dat het goed gaat! heel veel liefs van ons 2, dikke kus

  • 03 Juni 2009 - 20:33

    Joze En Bernard:

    Jullie site gevonden! Dank voor het kaartje. leuk om te lezen van jullie avontuur. Misschien moeten jullie toch wat eerder terugkomen want de temperatuur is hier nu ook bijna tropisch, dat went dan lekker snel. En een biertje op het terras van de Heks ligt dan binnen het verschiet. Hebben jullie onderweg ergens de auto verpatst? Wij nog altijd happy in Twello. Nog heel veel plezier en hopen jullie gezond en wel in Deventer tegen het lijf te lopen (of maak een ommetje naar Twello). Grtjs van Joze, ook namens Bernard.

  • 06 Juni 2009 - 21:10

    Kees En Maj:

    Lieve mensen, ik heb jullie weer ontdekt, het hele popjes was uit m'n brein, voor zover ik die heb, maar in een oude agenda vond ik het weer. Normaal zie je Gerrit wel in een kroeg om het te vragen maar die is niet te vinden.
    ik heb heel wat gelezen, geweldig en wat een prachtige foto's, genieten jullie nog maar lekker door.Nu nog iets anders, het is niet echt iets voor op deze site maar weet geen andere manier om jullie te bereiken, maar jan preuter is 5 juni jl overleden.
    Voor de rest gaat het goed in de straat,

  • 10 Juni 2009 - 22:09

    Babette Rrens:

    He vakantiegangers.
    Ik ben inmiddels weer thuis en ook alweer aan het werk. Geniet lekker verder van jullie reis. Ik lees af en toe gezellig mee.
    Groetjes vanuit Balkcity.

  • 10 Juni 2009 - 22:12

    Babette:

    O ja ... ik begreep dat de teen van Maaike beter is ? Helemaal top ! Ik weet nu hoe het voelt om iets aan je voet te hebben. Tijdens mijn laatste week op een strandje in Thailand ramde ik een rotsblok en kreeg vervolgens 4 hechtingen aan de onderkant van mijn voetje: No sea, no beach, no alcohol voor die week !

  • 14 Juni 2009 - 18:53

    Rina & Ries:

    Hey kanjers! Het is alweer veeeeeeeeel te lang geleden dat we jullie site hebben gecheckt...maar erg gaaf om weer wat te lezen van jullie bijzondere reis..(in alle opzichten geloof ik...) Maaike, wat fijn dat je teen weer ok is en jullie weer verder kunnen gaan!
    Hier in het Deventerse gaat het allemaal goed. nog 1,5 uur en dan is de kermis (godzijdank) weer afgelopen!!! YES!! Jammer voor Gerrit en Ries want dan kunnen ze niet meer in die enge booster, maar fijn voor heel veel andere deventernaren. Verder eigenlijk weinig nieuws. Nog paar weken werken dan lekker op vakantie naar Frankrijk, ook leuk ;-). En jullie zien we weer in augustus of niet? Nou veel plezier nog de laatste maanden! Geniet ervan en we zullen nu wat vaker ff checken hoe het daar gaat! dikke kussen,
    Ries & Rina

  • 14 Juni 2009 - 20:23

    Dirk De Rattenvanger:

    Hallo depopjes,

    Ik hoorde van velen dat jullie een site hadden. Bijna alles gelezen en leuke foto's bekeken.

    Groeten, met een dikke kus.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Laos, Vientiane

Actief sinds 27 Juni 2008
Verslag gelezen: 239
Totaal aantal bezoekers 59199

Voorgaande reizen:

05 December 2010 - 02 Maart 2011

Africa - Part One

28 Augustus 2008 - 18 Augustus 2009

Met de auto naar het Verre Oosten

12 Januari 2012 - 30 November -0001

Africa - Part Two

Landen bezocht: