Zandhappen
Door: Rein
28 Januari 2011 | Namibië, Katima Mulilo
De landschappen veranderen hier erg snel. Soms stijg je langzaam op vals plat en zie je de vegetatie veranderen. Je ziet hier meer dieren dan huizen en mensen. Boerderijen zijn altijd op plekken waar water is en die kunnen soms nog wel 40 kilometer van de weg afliggen. Auto's kom je hier ook zelden tegen en als je er een ziet ga je spontaan zwaaien. Soms lijkt het wel het liedje van de Gorillaz: Áre we the last living souls?' Na veel dirtroads en een goede asfaltweg komen we in Luderitz, een havenplaatsje met nog een paar duizend inwoners. Het is gesticht door meneer Luderitz, een Duitser en ik kan je zeggen: Duitsland heeft echt achteraan gestaan bij het uitdelen van de koloniën. Namibië, ooit een Duitse kolonie, is aan de kust in een woestijn met harde wind. Eigenlijk geen land waar je iets mee kon beginnen, maar de Duitsers zagen er wel wat in. Uiteindelijk hadden ze nog geluk, want er werden diamanten gevonden. Op die plek, een paar kilometer van Luderitz, werd een Duits stadje gebouwd, compleet met filmhuis, sportzaal, kegelbaan en noem het maar op. Nu is Kolmanskop een ghost town, waar de gebouwen zijn opgegeten door de zandduinen. Het waait er enorm hard en we worden gezandstraald. Door het woestijnklimaat is er niets verrot en alles is nog redelijk zoals het was. Drinkwater was er destijds niet, dus dat moest met boten en ossen vanuit Kaapstad komen. Veel plezier hebben de Duitsers niet gehad van hun kolonie. De eerste wereldoorlog maakte er abrupt een einde aan. De Engelsen vroegen de Zuid-Afrikanen het land binnen te vallen en dat deden ze met liefde. Ze maakten mooi gebruik van de Duitse infrastructuur en zijn pas echt serieus diamanten gaan delven. Na de onafhankelijkheid van Namibië in 1965 werd er amper nog wat gevonden. In de tijd van de Duitse diamantkoorts kropen mannen in rijen naast elkaar in het maanlicht over de grond en konden ze door de schittering de diamanten gewoon van de grond rapen. In die tijd werden de rekeningen in de kroeg vaak met diamanten betaald. De Duitsers hebben zich in de korte tijd dat ze er zaten zo thuis gevoeld, dat ze er nog steeds zitten. Je kunt hier nog Eisbein mit Sauerkraut eten en wij hebben gezien wat voor porties dat zijn. Ik weet zeker dat een hele grote vleeseter het niet op kan. Vanaf Luderitz rijden we weer door de woestijn terug en zien we wilde paarden die zich in deze ongewoon droge omgeving in stand hebben weten te houden. De paarden zien er slecht en mager uit. In Nederland had het kabinet er twee weken over gedebatteerd. Via Aus en Helmeringhausen komen we bij een boer en zijn vrouw die net een guestfarm met camping zijn begonnen. David en Penny zijn al dik in de zestig en hebben hun boerderij in Zuid-Afrika verkocht om hier een nieuw avontuur te beginnen. Ze werken hard en zijn lekker eigenwijs. Het is mooi om te zien hoe ze hier met allerlei pruttel de boel hebben opgebouwd. De kranen van de douche zijn gemaakt van gasfleskranen en het water wordt opgewarmd met een houtvuurtje. We hebben pech, want een bladveer van Carlos is gebroken en we kunnen zo niet verder rijden. David wil hem voor ons lassen, maar ik heb er weinig vertrouwen in. Uiteindelijk ziet het er perfect uit en achteraf kunnen we zeggen dat die gelaste veer van David ons over 700 kilometer dirtroad naar Windhoek heeft gebracht! De volgende dag nemen we afscheid van twee bijzondere mensen die zich zonder stroom, telefoon en dokter in de buurt prima redden. We gaan op weg naar Sossusvlei. Carlos dendert over dirtroads met wasbordribbels , een grote stofwolk achterlatend. Het stof trekt overal in en Carlos wordt zo langzamerhand een zandbak. Je moet voortdurend stof van de snelheidsmeter vegen, anders weet je niet meer hoe hard je rijdt. In Sesriem slaan we ons kamp op. Sossusvlei is een national park en is nog zo'n 50 kilometer verder. Als je het park inrijdt, is het eerst nog vlak. Hoe verder je komt, hoe grotere zandduinen je ziet. Vanaf de voet kunnen ze wel 200 meter hoog zijn. De duinen zijn licht rood gekleurd en in het avond- en ochtendlicht zijn ze nog rooier. Het is een bijzonder mooi landschap en ook heel onrealistisch. Wij willen wel even zo'n duin beklimmen, maar dat is bijna niet te doen. Bij elke stap die je zet, zak je er twee naar beneden. Het lijkt wel op zo'n ding in de fitness studio. Heel vermoeiend. De eerste dag komen we niet boven, maar de tweede dag gaan we met moeite door tot de top. Het landschap is zo mooi dat we er geen genoeg van kunnen krijgen. Toch besluiten we te vertrekken, want Maaike heeft al dagen een dikke bakkes van een verstandskies die doorkomt en is gaan ontsteken. We nemen de kortste route naar Windhoek om snel bij een tandarts te zijn. In Windhoek hopen we onze vrienden, Jan Wouter en Hans, ook te ontmoeten. Eigenlijk was het idee van hun bezoek in de kroeg in Deventer ontstaan, maar desalniettemin hebben ze woord gehouden en zijn ze reeds in Kaapstad.
De tandarts geeft Maaike een tas vol medicatie en nu maar hopen dat het snel aanslaat.
-
29 Januari 2011 - 07:34
:
De foto's volgen snel... -
30 Januari 2011 - 00:00
Kees En Maj:
Hello nabors,
Handig zo'n man die het weer even kan lassen, ben wel benieuwd of het nog heel is maar het is weer indrukwekkend, wat een belevenissen. O, die arme Maaike, verstand heb je niet nodig eruit met dat ding, ik denk dat Francois het ook wel wil doen en als het niet helpt die pillies dan veel drank..
Het gaat jullie goed, het is hier steenkoud,waardeloos,xx
veel plezier met de vrienden -
30 Januari 2011 - 12:58
Thussindewien:
Toi toi met de kies. En wieters wat een prachtige foto's , wie heeft alles toch zo mooi gemaakt?
liefs HH en J
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley