Van de regen naar de hitte
Door: Lawax en Rein
12 Januari 2011 | Namibië, Lüderitz
Op tweede kerstdag vertrekken we met de Allies richting Tsitsikamma, een national park dat letterlijk 'place of much water' betekent. Het is een bos waarin vele rivieren diepe kloven hebben gesleten. We zijn hier niet om deze schoonheid wandelend te aanschouwen; we gaan zippen! Rein en ik hebben dit al eens gedaan op een meerdaagse trip in de jungle van Laos. Daar haakten we ons , zonder al te veel veiligheidsmaatregelen, aan een stalen kabel en zipten we soms wel over een afstand van 1000 meter op een hoogte van 600 meter van de ene kant van een vallei naar de andere kant. We sliepen daar in fantastische boomhutten op wel 40 meter hoogte. Om deze plek te bereiken, moesten we destijds een vierurige hike maken dwars door de jungle. Af en toe pauzerend om de bloedzuigers van je benen te pulken en uit te puffen. In Tsitsikamma is het zippen van een totaal andere orde. Hier is het een toeristische attractie voor dagjesmensen. Voorafgaand worden we gebriefd en daarna worden we per jeep naar de canopy gebracht. De canopy is een parcours bestaande uit tien relatief korte ziplijnen van de ene boom naar de andere. Elke ziplijn is dubbel en je wordt wel drie keer gezekerd. Rein en ik realiseren ons nu pas hoe avontuurlijk, maar ook gevaarlijk, onze ervaringen in Laos waren. Desalniettemin vermaken we ons prima, al duurt het wel lang voor je steeds weer aan de beurt bent. Vooral Jade en Dane hebben er veel lol in. Bij de prijs in zit een maaltijd, maar die laat bij terugkomst in het basiskamp nogal op zich wachten. Gary en Rein gaan verhaal halen bij de eigenaar en deze verontschuldigt zich. Of we in ruil niet gratis op zijn terrein willen kamperen? Dat hoef je tegen ons natuurlijk geen twee keer te zeggen en een uurtje later zitten we met een wijntje bij de tent.
De volgende dag zijn we vroeg uit de veren en toeren we langs de beroemde Garden Route. Gary neemt ons mee door wat kustplaatsen. Het is hoogseizoen en het is er druk. De rijken hebben er paleisjes gebouwd en showen hun jetski's, dure auto's en hun vette lijven. Ons einddoel voor die dag is een kampeerplek waar Gary en Jo-Anne tijdens het Apartheid regime regelmatig kwamen. Toen mochten kleurlingen en zwarten alleen op een summier aantal door blanken aangewezen plekken kamperen. Vaak uiteraard niet de mooiste plekjes, maar deze mag er zijn. De eigenlijke camping is nu boven op een klif die uitkijkt over zee. Beneden is een illegaal kampement van kleurlingen. We lopen er even een rondje en het ziet er behoorlijk wild uit: uit de autoradio's klinkt hiphop, de braai brandt en de alcohol vloeit rijkelijk. De jongens lijken zo uit een gangsta clip te zijn weg gewandeld. Ze groeten ons vriendelijk, maar we besluiten toch voor de officiële camping op de klif te gaan. Daar spreken we een aantal gekleurde mensen die hier al hun hele leven komen. Het zijn erg aardige mensen die oprecht geïnteresseerd zijn. Wel wat anders dan die blanken die ons geen woord zeggen!
Dinsdag gaan we op weg naar de Hoop Nature Reserve. Om er te komen rijden we door eindeloos dor heuvellandschap en zien we de eerste kuddes struisvogels. Voor de Allies is het net zo'n normaal gezicht als bij ons de koeien, maar wij stoppen bij de eerste de beste kudde voor een foto. Wat een beesten! Om de Breede Rivier over te komen, moeten we een pont nemen die met de hand wordt voortgetrokken. Carlos, Tipperdee en wijzelf worden in principe door twee man via een staalkabel waar beugels aan worden bevestigd die ze om hun schouder slaan, voortgetrokken. Ze hebben extra beugels en Gary, Rein en ik helpen een handje. Als we bij De Hoop arriveren, blijken de kampeerplekken volgeboekt. Er is hier altijd wel wat te regelen en ze wijzen ons een plek op de rotsen bij de rivier. Het is er uitgestorven en werkelijk waanzinnig mooi. Vanuit de tent hebben we zicht op het water waar vele honderden vogels in de weer zijn. Na het eten vliegen er flamingo's over onze plek en als ik later een douche wil nemen, kom ik erachter dat het toiletgebouw hier van alle luxe is voorzien. Hoe mooi wil je het hebben? Het enige minpunt is dat het al dagen veel regent. Voor het land hier geen overbodige luxe, maar voor ons natuurlijk wat minder. We besluiten dan ook de volgende ochtend in het restaurant op het terrein te ontbijten. Wat we daar voor 7 euro krijgen voorgeschoteld is onvoorstelbaar: vers fruit, yoghurt, eitjes, diverse soorten kaas en vleeswaren, cappuccino en noem het maar op. We nemen de regen maar op de koop toe. Na het ontbijt gaan we de witte zandduinen aan de kust bekijken. Van juni tot december komen hier vele mensen walvissen kijken. Nu is het er uitgestorven, maar niet minder mooi.
We zijn flink uitgewaaid en gaan op weg naar Cape Agulhas, het zuidelijkste puntje van heel Afrika. Dit is de plek waar de Indische en de Atlantische oceaan elkaar ontmoeten en waar vroeger menig schip zijn laatste rustplaats vond. Er is niet veel te zien, maar het idee dat je op het zuidelijkste puntje van Afrika staat, is toch wel mooi. We rijden zoveel mogelijk langs de kust verder richting Kaapstad en eindigen in Kleinmond. We willen een plekje op de camping daar en Gary stuurt ons vooruit. Waarschijnlijk is het een blanke camping en maken wij meer kans om een plek te krijgen. Uiteindelijk blijkt dat Gary zelf had kunnen gaan, want Rein en ik zijn de enige blanken! Ze hebben nog een paar vierkante meter vrij voor ons en we zitten direct middenin het feestgedruis. Daar waar de blanken haast contactgestoord en angstig op zichzelf zijn, staan we hier al na vijf minuten bij de buren met een glad tequila in de vingers, compleet met zout en citroen. We gaan natuurlijk braaien en maken van alles wat we in de twee auto's aan eten hebben een feestmaal. Het is een rumoerig en gezellig gebeuren, maar we slapen uiteindelijk toch redelijk goed.
De volgende ochtend gaan we richting Cape Town. De kustlijn is adembenemend. Onderweg passeren we de Cape Flats, de townships van Kaapstad. Blikken huisjes van de armen, zover het oog reikt. In het Afrikaans noemen ze het blikkiesdorp en dat dekt de lading. Gary en Jo-Anne gaan met de auto bij vrienden in Cape Town staan en wij op een camping zo'n 30 km buiten de stad. Daar bellen we alle hostels in Kaapstad voor een slaapplek, maar alles zit vol. Uiteindelijk besluiten we voor een duurdere Bed & Breakfast optie te gaan en die is bij aankomst een schot in de roos. We hebben een kamer met een balkon dat uitzicht biedt op de Tafelberg en die van alle gemakken is voorzien. Oudejaarsdag nemen we wat tijd om de was te doen en de site te updaten. 's Avonds hebben we afgesproken met Gary, Jo-Anne en hun vrienden om naar een feest te gaan. Het is niet helemaal duidelijk of we samen eten en uiteindelijk belanden Rein en ik in een vreetschuur in Long Street. Wat we daar krijgen voorgeschoteld, kan bij ons de ranzigste snackbar nog niet produceren en ik geef mijn kip aan een van de vele travestiete zwervers die aan ons voorbij trekken. We komen erachter dat de batterij van onze telefoon leeg is, dus we lopen het hele eind terug naar ons guesthouse. Ons is verteld dat er op oudejaarsdag geen taxi te krijgen is en ik heb al half besloten het feest aan me voorbij te laten gaan. In het donker over straat lopen in Zuid-Afrika behoort namelijk niet tot de veilige opties. We proberen uiteindelijk toch maar een taxi te bellen en hebben beet! We gaan naar Club Vaudeville voor de New Year's Eve party. Bij aankomst voegen we ons bij onze vrienden. Het is leuk om te zie dat hier de blanke, gekleurde en zwarte jongeren al behoorlijk mixen. Het feest zelf is niet zo denderend. We dansen en drinken wat en gaan al om half drie huiswaarts. Daar genieten we op het balkon nog even van een biertje en het uitzicht en moe maar voldaan gaan we slapen.
2011 begint met een superontbijt in ons guesthouse. Rein en ik rijden naar de Waterfront en bekijken daar het Greenpoint Stadium dat voor het WK is gebouwd. Daarna duiken we een shopping mall in om een telelens en statief voor de camera aan te schaffen. We willen namelijk straks al die wilde dieren goed kunnen fotograferen. Als we terug bij de auto komen hebben we een wielklem. We pasten niet in de parkeergarage, dus zijn we bij de bussen gaan staan. Na een telefoontje komt er iemand om ons van het ding te verlossen. Eigenlijk kost het 25 euro, maar Rein zet zijn Ich-habe-es-nicht-gewusst gezicht op en lult er zo 15 euro vanaf!
Zondag gaan we naar de populairste attractie in Kaapstad: Robben Eiland. De Nederlanders begonnen deze gevangenis op een eilandje zo'n 12 meter uit de kust van Kaapstad al in de vroege VOC tijd en Robben Eiland is tot 1996 een gevangeniseiland gebleven. De gevangenis is natuurlijk zo beroemd omdat Nelson Mandela er 18 jaar van de 27 jaar dat hij gevangen heeft gezeten, heeft uitgezeten. We worden rondgeleid door een ex-gevangene. Het mooiste aspect van de rondleiding vind ik dat een van de gidsen over de gevangenen van het apartheidsregime zegt: 'They were turning their disadvantages into their advantage'. Het was namelijk zo dat ze bijvoorbeeld alle leiders van politieke bewegingen bij elkaar gevangen zetten. Dus wat kreeg je? Die mensen gingen vergaderen, discussiëren en plannen maken voor de toekomst. Op het moment dat ze vrijkwamen, hadden ze de blauwdruk voor de route naar de vrijheid al klaar. Ook was het zo dat de geletterden de ongeletterden leerden lezen en schrijven en dat de gevangenen elkaar onderling les gaven in van alles en nog wat. Zo kwamen mensen er slimmer uit dan ze erin gingen! Mandela had in de gevangenis redelijk wat privileges. Zo had hij een tuintje, waar hij later ook het manuscript van zijn boek Long Walk To Freedom verborgen hield. De blanken waren ook als de dood dat Nelson Mandela wat zou overkomen op Robben Eiland, want dan was de pleuris uitgebroken in het land. We krijgen uiteraard de cel van Mandela te zien waar hij 18 jaar in heeft gezeten. Het is een klein rothok en ik voel toch enige woede opkomen. Maar ook respect. Respect voor de man die de hand reikte naar zijn onderdrukker en voor de vreedzame weg koos. De man die geen concessies deed en bereid was zijn leven te geven voor de vrijheid. En nu maar hopen dat het niet voor niets is geweest.
Na dit alles varen we terug naar Kaapstad en eten we met z'n allen wat. Ealonor en Dominique zijn er ook bij, want die hebben Jody en Therese naar het vliegveld gebracht. Na het eten nemen we van hen afscheid en de Allies gaan nog even mee naar ons guesthouse. Daar zeggen we gedag, want hun vakantie zit erop. We zien ze eind februari weer in Port Elizabeth.
De volgende dag checken we uit bij ons guesthouse en proberen we een WA-verzekering voor de auto te regelen. Hier zijn we al dagen druk mee, maar het wil maar niet lukken. Carlos moet naar de garage, want de versnellingsbak heeft kuren en we vinden een garage in de buurt. We zetten hem neer en gaan te voet de stad in. Het is de eerste hete dag sinds onze komst hier en meteen vallen de mussen dood van het dak. We bezoeken het Kasteel van de Goede Hoop, dat de Nederlanders hier omstreeks 1670 hebben gebouwd, en het District Six Museum. Dit museum toont de geschiedenis van de gedwongen evacuaties in de jaren '60 en '70 van zwarten en gekleurden uit gebieden in het centrum van Kaapstad. Ze werden gedwongen om te leven op door blanken aangewezen plekken buiten de stad. Zo zijn de townships op de Cape Flats ontstaan. Het is een walgelijke geschiedenis en ik schaam mij ervoor een blanke te zijn.
Omdat het zo warm is, krijgen wij zin in bier. Ries, een vriend van ons in Deventer, heeft een vriend in Kaapstad wonen en we bellen hem op. Hij heet Boudewijn en zijn bijnaam is Goof. We boeken een hostel in het centrum en ontmoeten Goof om vijf uur op een terras. Hij woont al elf jaar in Zuid-Afrika en wil niet meer weg uit Kaapstad. Na een uur komt Frank, een vriend van hem uit België. Met z'n vieren gaan we een hapje eten en het is een gezellige avond.
De volgende dag verlaten we Kaapstad en gaan we richting de Winelands. Dit bergachtig gebied schept een microklimaat dat zeer geschikt is voor het verbouwen van wijn. We vinden een camping vlakbij Stellenbosch en brengen de rest van de dag lezend en plannend door. Donderdag bezoeken we de pittoreske wijnstadjes Stellenbosch en Franschoek. Allemaal heel mooi, maar voor ons iets te aangeharkt en netjes. Het kwik is inmiddels boven de 40 graden gestegen en we zijn op zoek naar verkoeling! We rijden naar de Bainskloof Pass, een bergpas waar halverwege een mooie camping moet zitten. We vinden het en kunnen en plekje bemachtigen. We pakken onze zwemspullen en lopen via een pad naar de waterval. Er is niet veel water, dus ontstaan er rockpools. We klouteren over wat stenen en plonzen in het heerlijk zachte water. Beneden aan het eind van deze waterstroom zitten ze hutje aan mutje om een rockpool heen, maar hier hebben we het rijk alleen. De setting doet me denken aan die plastic rotsformaties met nepwatervallen die ze in tropische zwembaden altijd maken. Waarvan je denkt: 'ja hoor, zoiets bestaat toch nooit echt?' Wel dus en wij zitten er nu middenin! Gelukkig koelt het in de nacht wat af en slapen we goed. De volgende morgen voor we vertrekken poedelen we uiteraard nog even in de rockpools en vertrekken we richting Tulbagh.
Tulbagh is in 1699 gesticht en staat vol met oude Nederlandse arcitectuur. In 1969 was er een aardbeving, maar ze hebben de boel weer mooi opgeknapt. We worden aangesproken door een Nederlander die 5 kilometer verderop op een boerderij in de heuvels woont. We rijden erheen en ontmoeten ook z´n vrouw. Hij is een consultant en pendelt voor zijn werk op en neer tussen Europa en Zuid-Afrika. Zij is hier geboren, maar is na zes jaar naar Nederland vertrokken. Zij werden verliefd op Tulbagh en maken er nu chocola voor toeristen. We kletsen wat en ze raden ons een camping aan in het Cederberg NP. We bedanken ze voor de bonbons en het sap en gaan op weg. We rijden door de citrusvallei en passeren Ceres, het centrum van de fruitteelt in de Westkaap. We komen terecht in een bizar landschap van rode zandsteenformaties en het lijkt wel of we even in Amerika zijn. We vinden de camping, maar het duurt even voor we de eigenaar van het enorme landgoed te pakken hebben. Het wachten betaalt zich uit, want we worden naar een prachtplek geleid. Er zijn maar een paar mensen op de camping, die speciaal komen voor bouldering. Een tak van sport waarbij je met de blote handen rotsformaties beklimt. De boulderaars hebben een speciaal matras bij zich die ze tijdens het klimmen onder zich leggen voor als ze vallen. Navraag leert ons dat dit een van de hotspots van de wereld is en dat de camping in het boulderingseizoen overvol is. Carlos staat nu tussen die rotsen en ik zit nu onder een boom dit verslag te schrijven. Het is hier zo stil dat het net lijkt alsof we wildkamperen. Het is gisteren 43 graden geweest en in de auto boven de 50 graden, dus we besluiten hier nog een nachtje te blijven. Overdag waait het hard, maar die wind gaat ´s nachts weer liggen. Dan kijken we naar de sterren en spelen we wat met ons nieuwe statief. Het is wederom een prachtige plek en zo meteen gaan we naar de waterval voor een frisse duik. Heerlijk!
Ik schrijf vanaf nu de reisverslagen en Rein voegt zo nu en dan wat toe. Een hersenspinsel over het land, de cultuur of wat ons maar bezighoudt. Hier komt de eerste.
Apartland (Rein)
Wij Nederlanders kijken toch wat anders naar de rassenverhoudingen hier in Zuid-Afrika. Dat komt waarschijnlijk door de multicultibril die we mee hebben vanuit Nederland. Maar ook zonder deze bril bekruipt ons het gevoel dat het niet goed zit hier. We zijn nog maar een maand in dit land, maar willen er toch wat over kwijt. Dat zal de betweterige kant van de Nederlanders wel zijn... Hier in Zuid-Afrika ben je zwart, wit, kleurling, Indiër of vluchteling. Er zijn nog maar heel weinig oorspronkelijke bewoners van dit land en wat er was, is opgegaan in de kleurlingen. Van Riebeeck had hier al een vrouw genomen, een hottentot, terwijl hij in Nederland ook nog een vrouw had. Wel zo praktisch van die man en een groot voorbeeld voor zijn volgelingen. Wat wij nu ondervinden, is dat die rassen niet zo mengen met elkaar. We zijn op campings geweest waar geen witte met ons sprak, omdat we met kleurlingen op stap waren. Ze zeiden nog niet eens goedendag. Heel apart. Dat was vooral in het oosten. De witten zijn op zichzelf en angstig en dat zal gedeeltelijk ook wel met de criminaliteit te maken hebben. Ze doen er ook alles aan om hun buurt wit te houden. Zo verkopen ze gewoonweg hun huis nooit aan een zwarte of kleurling. Onze vrienden, kleurlingen dus, hebben een stuk grond in een witte buurt gekocht, waar ze zo´n 2 procent van het bos gaan kappen om te gaan bebouwen. Nu tekenen de witten bezwaar aan tegen het kappen van die bomen, terwijl ze op hun eigen perceel alles gekapt hebben. Zo hoor en zie je veel dingen en vraag je je af of de apartheid echt is afgelopen. We zijn nu in Kaapstad geweest en hebben daar gezien hoe het beter kan. Daar zie je de rassen mengen. Het is erg aangenaam om daar te zijn. We spreken mensen die zeggen dat het nog wel drie generaties kan duren voor het land minder apart zal zijn.
-
12 Januari 2011 - 15:31
Ankie:
Damn, jullie vakantie is weer verrukkulluk, wat heerlijk jullie avonturen, belevingen en foto's te mogen bekijken, bedankt!
Jammer dat de kleurverschillen het leven daar nog steeds zo bepalen, maar ach is dat (helaas) niet iets heel mondiaals?
Hier is het grijs en nat, na een mooie witte periode. En de puntjes van de krokussen staan al weer op de uitkijk, net boven de grond.
Lieve popjes, goed gaan en dikke zoen,
Ankie
-
12 Januari 2011 - 17:03
Mo:
Fijn dit te lezen heerlijk, en ik vind de foto's prachtig! Geniet liefjes -
12 Januari 2011 - 18:28
Kees En Maj En Ollie:
O, wat een reis, zo nu en dan wel een aanslag op je zintuigen, je gevoel en je menszijn maar jullie krijgen het wel in het snotje. Misschien de volgende reis naar Suriname, daar waar velen bevolkingsgroepen met elkaar leven, wonen, werken en ook heel belangrijk "vrijen" en daar ontstaan weer mooie wereldburgers van. Prachtig land, geen discriminatie zoals jullie soms nu voelen.
Geniet mooi verder en wij kwijlen verder bij de foto's, voorzichtig blijven want we hebben gen trek aan nieuwe buren...., xx kees en maj en poot van Ollie -
12 Januari 2011 - 19:51
Babet:
He lieve lieve lieve schatten
Even een dikke vette smax van mij!!!
En hele mooie dingen voor dit nieuwe jaar gewenst!!!!
Over het begin voor jullie vast geen klagen...
Vandaag hier een heel grijze natte dag....ben wel jaloers hoor.
Zin om jullie weer eens te zien, maar duurt nog ff geloof ik.
Nou, geniet liefjes van alles dat er is!!! XXXXXXXXXXXXXXXXX
-
13 Januari 2011 - 17:40
Lies En Jan:
Wat een prachtig land, wat zijn die blanken arrogant, nog steeds. Geniet ervan en veel liefs van 2 voor 2
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley