Aankomst in Afrika
Door: Lawax
Blijf op de hoogte en volg
11 December 2010 | Zuid-Afrika, Port Elizabeth
Zondag 5 december is het dan zover. Douwe brengt ons naar Düsseldorf en onderweg zien we alleen maar Hollandse triestigheid in de vorm van smeltende sneeuw en regen. Via Dubai en Johannesburg arriveren we 27 uur later in Port Elizabeth, Zuid-Afrika. Een stad met 1,5 miljoen inwoners. Een ieder die onze vorige reis gevolgd heeft, kent Gary en Jo-Anne en hun kinderen Jade en Dane uit Zuid-Afrika. Wij ontmoetten ze in India tijdens onze vorige reis. Zij hebben maar liefst 3,5 jaar per auto van Cape naar Cape gereisd en zijn nog maar een half jaar terug in Zuid-Afrika. We hebben contact met ze gehouden en zij zijn een van de redenen waarom we hier zijn. Jo-Anne en Jade halen ons op van het vliegveld en brengen ons naar een hostel vlakbij het strand. In de avond pikt Jo-Anne ons weer op en rijden we naar haar ouderlijk huis, nu van haar zus en zwager, waar ze sinds de terugkomst van hun reis tijdelijk wonen. Onderweg krijgen we een kleine lezing over de buurten in de steden van Zuid-Afrika. De wijk waarin ons hostel zich bevindt wordt voornamelijk door rijkere blanken bewoond. Het stadscentrum, in de meeste steden in de wereld de plek van de bezienswaardigheden, de leuke restaurantjes en culturele trekpleisters, is in Zuid-Afrika een door zwarten bevolkt rommelgebied. Overdag loopt er aardig wat volk in en uit winkels die goedkoop spul verkopen en fastfoodketens die vette bagger serveren. Er is enorm veel leegstand en bij het zien van al die lege oude pakhuizen en fabriekspanden krijg ik Hollandse fantasieën over culturele broedplaatsen en grote ateliers. Die fantasieën worden meteen de kop ingedrukt, want zodra de winkels dicht gaan en de zon onder, transformeert ditzelfde stadsdeel in een spookstad, waarin je in het donker niet lopend over straat kunt. Een eindje verderop de freeway wijst Jo-Anne naar een buurt waar de arme blanken wonen. White trash. Weer verderop een wijk voor armere zwarten en ga zo maar door. De apartheid is al 16 jaar voorbij, maar in de praktijk wordt er door witten, zwarten en gekleurden nog maar weinig gemixt. Het valt me op dat ook wij al na een paar uur Zuid-Afrika meteen al praten over wit en zwart. Na een kwartier komen we in de wijk waar Gary en Jo-Anne wonen. Dit is een wijk voor de zwarte middenklasse. Het goede nieuws is dat deze groep groeiende is in Zuid-Afrika, waardoor ook zwarten toegang krijgen tot betere huisvesting, werk en onderwijs. Misschien hebben zij uiteindelijk wel de sleutel in handen tot een samenleving waarin blank en zwart gelijkwaardig kunnen leven. Eenmaal in huis worden we warm onthaald en is het geweldig onze vrienden weer te zien. Na het eten wil Gary ons wel even naar Bruce, onze clearing agent, brengen. Hij woont een paar straten verderop en heeft ons Carnet de Passages en de autopapieren nodig. Als het goed is, arriveert het schip met Carlos de volgende dag en gaat Bruce ervoor zorgen dat hij goed en wel uit de container komt. Op de terugweg laat Gary ons nog even een echte achterbuurt zien. In moderne auto's in Zuid-Afrika heb je een knop op het dashboard zitten waarmee je in een keer de hele auto kunt ver- of ontgrendelen. De gewoonte is hier in de stad altijd met vergrendelde deuren te rijden en Gary benadrukt dat je in deze buurt niet eens moet stoppen. Het is al donker en eigenlijk kunnen we er nu alleen doorheen rijden omdat hij de plek kent en zwart is. Maar zelfs dat is geen garantie dat je niet wordt belaagd. Op straat alleen maar groepjes jongeren en kinderen die totaal doelloos en verloren rondhangen. Gary vertelt dat de ouders allen aan de drank zijn en drugs gebruiken. Ongeveer 20 procent van de beroepsbevolking in Zuid-Afrika is werkeloos en in de wijk waar we nu rijden wonen mensen die het station van werkzoekende reeds lang gepasseerd zijn. Je voelt dat je hier eigenlijk niets te zoeken hebt. Het is een creepy plek, waarbij je je constant bewust bent van het feit dat het elk moment mis kan gaan. Langzaam komen we weer in de richting van Gary's buurt. Een stuk niemandsland en een straat vormen de grens tussen de ene en de andere buurt. Nu zijn we weer in een normale buurt, waar elk huis hekken met schrikdraad tot boven je hoofd heeft. Als het donker wordt, is er geen mens meer op straat en ook geen auto trouwens. Alles achter slot en grendel. We worden weer naar ons hostel gebracht en slapen 10 uur aan een stuk. De volgende dag ontbijten we in een tent aan het strand. Het waait hard, maar de zon schijnt volop en ik ben blij. Blij dat ik in Afrika ben. Blij dat we de kou uit zijn. Blij met een nieuw avontuur. Na het ontbijt gaan we te voet richting het centrum. We zien al meteen dat het not done is je lopend voort te bewegen. Alleen de armen doen dit. Maargoed, wij hebben nog geen auto en vinden lopen een goede bezigheid. Het is allemaal nog even aftasten hoe of wat. We weten inmiddels dat criminaliteit hier volkssport nummer 1 is, maar het is natuurlijk niet de bedoeling dat we ons de komende tijd paranoïde door het land gaan bewegen. We laten ons dan ook goed informeren over de do's en dont's en laten ons niet gek maken. In het stadscentrum zijn we zo ongeveer de enige blanken, maar erg bedreigend is dat niet. We slenteren wat tussen de schreeuwerige reclames en de vetlucht. Een dag voordat we weg gingen heb ik nog even twee verstandskiezen laten trekken en het is hoog tijd voor een nieuwe voorraad paracetamol. Ik loop een winkel binnen en vraag ernaar. 'Madam, would you like the red, blue, brown, pink or yellow ones?' Ik zeg: 'What's the difference?' Ze kijkt me een beetje vreemd aan en antwoord: 'The colour, madam, the colour!' Ik schiet in de lach en zie ze in de paracetamolfabriek al met 5 productielijnen voor hetzelfde product in de weer. Ik neem de gele en loop weer naar buiten. Onze Nederlandse sim werkt hier niet, dus we hebben nu een Zuid-Afrikaanse sim in onze telefoon en deze begint aan het eind van de middag zowaar te rinkelen. Het is Bruce met goed nieuws: het schip is gearriveerd en de container wordt vandaag nog naar het pakhuis getransporteerd, alwaar wij morgenochtend Carlos uit de container kunnen rijden. Wow! Dit is boven alle verwachting. We hielden rekening met vertraging van het schip en bureaucratische rompslomp, maar het ziet ernaar uit dat alles gladjes gaat verlopen. De volgende dag zitten we om 8 uur in de taxi richting het pakhuis. Als we aankomen, zien we de container al klaarstaan. Ik wil de autosleutel uit mijn tas pakken, maar vind hem niet. Door het enorme risico bestolen te worden, hebben we al onze waardevolle spullen op verschillende plekken opgeborgen. In de kluis van de hostel, in een geheim vakje van Rein's rugzak, in de moneybelt en ga zo maar door. De autosleutel die normaal gesproken in mijn kleine rugzak zit, zit nu in een verborgen vak van mijn grote rugzak. We bellen snel de taxichauffeur die ons zojuist heeft afgezet en ik rij met hem hetzelfde stuk heen en terug om de sleutel te halen. Bij terugkomst staat Rein al te gebaren; de container wordt geopend! Inmiddels staat er een groep van wel 10 man om de container, want iedereen wil wel eens zien wat voor auto daar uitkomt. Bij het opengaan van de deuren bespeur ik toch enige teleurstelling... Ze kunnen ze volgens mij maar moeilijk voorstellen dat je de moeite neemt zo'n prehistorisch voertuig overzee te slepen, terwijl het hier barst van die brikken. Wij zitten echter luid zingend en juichend in Carlos onderweg naar het kantoor van Bruce: we've got wheels!!! Tegen de avond rijden we richting Gary en Jo-Anne. Rein denkt nog wel te weten hoe we moeten rijden, maar dat blijkt niet helemaal het geval. Het duister treedt in en we moeten nu echt oppassen. 'Never look lost', zei Gary maandag nog. Gelukkig lukt het ons toch net op tijd de wijk te vinden. We zijn ervan overtuigd dat de terugweg wel moet lukken, maar ook dit loopt anders. Uiteindelijk vinden we door de GPS de weg terug naar Gary en die is zo lief voor ons uit te rijden tot een punt waar we het echt herkennen. Opgelucht belanden we in bed. De volgende ochtend maak ik een ontbijt wat we op ons balkon opeten. We hebben uitzicht op zee en de zon doet al aardig z'n best. Na het eten gaan we richting Jeffrey's Bay. Een surfer's paradise waar in de winter de Billabong Pro Championships worden gehouden. Onderweg stoppen we in Sardinia's Bay, waar de weg naar de kust volledig met duinzand is overwaaid. We parkeren de auto en klimmen op de zandduinen naar boven. Eenmaal boven hebben we een spectaculair uitzicht over de duinen en de zee. We rijden door naar J-Bay. Er staat een straffe wind en de golven zijn vandaag niet optimaal voor de surfers. Gary en Jo-Anne hebben voor ons een kamer geregeld bij een hostel aan zee. Ze zijn bevriend met de eigenaar en we worden hartelijk ontvangen. We krijgen een prachtige kamer met uitzicht op zee, die we niet hoeven te betalen. We lopen nog wat over het strand en drinken we een paar biertjes tussen de surfdudes. De volgende dag, na ontbijt op ons balkon met uitzicht op dolfijnen, rijden we terug naar PE. Onderweg vinden we toevallig een Makro waar we nog wat pruttel inslaan voor in de auto. In de avond hebben we afgesproken met Gary en Jo-Anne om te gaan eten. Ze hebben een tafel geboekt voor ons en wat vrienden van hen in een gezellig Thais restaurant. Het bizarre is dat iedereen de drank zelf meeneemt. We hebben van 19.00 tot 00.00 uur met 10 man een tafel bezet en in totaal voor 70 euro heerlijk gegeten. In Nederland is dit ondenkbaar! De eigenaar heeft zijn Thaise vrouw 20 jaar geleden ontmoet en sindsdien hebben ze op wisselende locaties in de stad een restaurant gehad. Ze gaan open wanneer ze zin hebben en maken zich niet druk. Echt een geweldige plek! We hebben eigenlijk alleen maar gegeten, gedronken en heel hard gelachen. Jo-Anne's zus en zwager zijn twee dagen naar Cape Town om hun zoon op te halen van het vliegveld, dus wij kunnen bij Gary en Jo-Anne in huis overnachten. De volgende dag gaan we met Carlos en onze vrienden naar hun bouwkavel waar ze net begonnen zijn met de bouw van hun nieuwe huis. Het is een prachtige plek middenin een duinbos een eind buiten de stad. Totaal anders dan de concrete jungle waar ze uitkomen! Hierna gaan we een 4 x 4 megastore en een outdoorwinkel bezoeken. Onze daktent en roofrack komen uit Zuid-Afrika, dus we hadden al een vermoeden, maar wat we in deze winkels zien, overtreft alles. Die Zuid-Afrikanen hebben off-road en kamperen echt tot kunst verheven! We hebben een aantal zeer praktische en handige dingen gezien, maar besluiten hier toch nog een nachtje over te slapen. Onze eerste indruk van Zuid-Afrika: een verdeeld land met een bizarre geschiedenis, waarbij je het ene moment in de eerste wereld bent en het volgende in de derde wereld. Een land waarin een van de vele officiële talen, Afrikaans, zo erg op Nederlands lijkt dat je je hier bij een deel van de bevolking aardig verstaanbaar kunt maken en de krant kunt lezen. En bovenal: een land met prachtige, ruige natuur.