Bart op bezoek - Reisverslag uit Hoi An, Vietnam van depopjes - WaarBenJij.nu Bart op bezoek - Reisverslag uit Hoi An, Vietnam van depopjes - WaarBenJij.nu

Bart op bezoek

Door: Rein

Blijf op de hoogte en volg

21 Mei 2009 | Vietnam, Hoi An

Op 2 mei vertrekken we met het vliegtuig vanaf Luang Prabang. Op het uiterst kleine vliegveld staat een Fokker 70 die ons naar Hanoi (Vietnam) brengt. Het vliegveld van Hanoi doet ons veel denken aan het voormalige Oostblok: groot, kil en ouderwets. We moeten er een paar uur rondhangen, want we vliegen door naar Ho Chi Minh City, het voormalige Saigon. De vlucht erheen duurt bijna 2 uur en al vliegend krijg je al een indruk hoe groot dit land is. Als we aankomen, staat Bart ons bij de uitgang op te wachten. Hij is een uur eerder vanuit Bangkok in Saigon aangekomen. Het is de tweede keer op onze reis dat we hem ontmoeten. Maaike had hem natuurlijk ook nog in Nederland gezien, dus voor haar is het de derde keer. Hij reist met ons mee tot 10 mei. In ieder geval erg gezellig dat hij er is. We stappen met zijn drieën in de taxi naar downtown Saigon en vinden vrij snel een hotel. We gaan eerst maar eens een biertje drinken in een kroeg om de hoek, waar we lekker bijkletsen en het drukke avondleven van Saigon op ons af laten komen. Boeken-, zonnebrillen-, sigaretten- en souvenirverkopers trekken aan ons voorbij. Als je ze een blik gunt, ben je er nog niet snel vanaf. De tijd vliegt en voor we het weten is het twee uur. De volgende dag zijn we niet al te vroeg op en boeken we een trip naar de Mekong Delta voor de dag erop. Op straat regelen we drie brommers met chauffeur die ons de rest van de dag rond Saigon scheuren. Brommers zijn hier het vervoersmiddel. In Saigon wonen zo’n 7 miljoen mensen en dagelijks rijden er zo’n 4 miljoen brommers rond. Het lijken soms wel rivieren van brommers. Onze tocht naar Cu Chi, zo’n 50 kilometer buiten de stad, heeft veel weg van een kermisattractie. Brommers, brommers en nog eens brommers. Hele families, verliefde stelletjes, oudjes, werkers en zelfs moeders met baby’s aan de borst! Na de spectaculaire rit van 1 uur en 15 minuten komen we bij Cu Chi, een soort openluchtmuseum uit de Vietnam oorlog. Daar blijft dit land onlosmakelijk mee verbonden. En Amerika speelde tussen 1965 en 1975 een heel grote rol. Het is ons allemaal wel bekend van de vele oorlogsfilms en, als je ouder bent, de verschrikkelijke beelden op tv en in de krant en de anti-Amerika demonstraties en protesten. De hele hippie-generatie werd er groot mee. Het was natuurlijk allemaal een deel van de koude oorlog en in Cu Chi word je er met de neus ingedrukt: een ondergronds stelsel van tunnels en ruimtes. Het is enorm uitgestrekt stelsel van honderden kilometers lang en loopt wel to aan de grens met Cambodja. Alle Amerikaanse bommen, granaten, napalm, chemicaliën en Agent Orange konden het niet kapot krijgen. De Vietnamezen waren zo vasthoudend, vindingrijk en ijverig, daar konden de Amerikanen niet tegenop. Er werden op zeer primitieve manier vallen gemaakt (booby-traps) en niet ontplofte bommen werden door midden gezaagd om het kruit her te gebruiken. Zo kregen de VS hun eigen shit weer terug. Zelf kunnen we in Cu Chi ook door de gangen kruipen om te voelen hoe claustrofobisch dit moet zijn geweest. Mensen woonden hier gewoon en er zijn zelfs baby’s onder de grond geboren. Aan het einde van de rondleiding is het ook nog mogelijk om tegen betaling met scherp te schieten. Maaike lijkt het wel wat, maar nadat een Duitser met een M16 een salvo heeft afgeschoten, hoeft het al niet meer. Zelfs met gehoorbescherming op maakt dit oorlogstuig zo’n oorverdovend lawaai dat we zeer onder de indruk de loopgraven weer uitkomen. Oorlog moet een ware hel zijn en dan helemaal in tropische oorden met overal gevaar. Dit hebben we allemaal op de buis kunnen zien in films als Platoon en Apocalypse Now. Wij hebben hier in ieder geval een redelijke indruk gekregen van de verschrikkingen van de Vietnam oorlog en besluiten weer achterop de brommer te stappen om ons naar een museum te laten brengen in het centrum van Ho Chi Minh City. Het is weer een grote belevenis achterop de brommer. Als we in de binnenstad terug zijn, blijkt het al te laat voor het museum. We nemen afscheid van onze brommerboys en lopen door het centrum richting de Saigon River. Het centrum ziet er zeer verzorgd uit. Alle grote hotels en merkwinkels zijn hier van de partij. We komen op een terras uit aan de rivier. Hier is het nog ruw en ongepolijst. Droogdokken, schepen overslag en oude fabrieken. Veel bootjes, aken, ferries en ander drijvend spul wat voorbij komt. Dit is mooi om naar te kijken! Het wordt langzaam donker en het terras wordt overgenomen door verliefde stelletjes en muskieten. De volgende dag staat er een dagje Mekong Delta op het programma. We rijden met een grote bus de stad uit en zien weer hoe intensief en druk het verkeer is. Overal worden kantoren, shoppingmalls en appartementen gebouwd. Het lijkt wel of de stad ontploft door zijn groeistuipen. Het tochtje wat we geboekt hebben, is heel erg commercieel en schools opgezet. Het merendeel van onze medereizigers zijn Aziaten uit Japan, Zuid-Korea, Maleisie en Thailand. Voor ons is het allemaal veel van hetzelfde. Je houd ze erg moeilijk uit elkaar. Als bijna enige westerlingen en zeker als enige Nederlanders kunnen we vrij praten en al snel worden er veel grappen gemaakt over ons mooie tochtje, de reisleider en zijn klanten. Bart heeft helemaal geluk, want naast hem is nog een plekje vrij in de bus die door de reisleider wordt opgevuld. De twee hebben al snel een gesprek uit beleefdheid en Bart is zichtbaar in z’n nopjes. De goede man snapt Bart z’n verbale houding niet en blijft maar tegen hem aan kleppen. Ik heb ook al snel een gespek met een Amerikaan die met zijn zoon op reis is. Maaike is wat stilletjes, want haar grote teen begint weer op te spelen, wat erg vervelend is. Bij de Mekong aangekomen, stappen we met z’n allen op een boot die ons over de grote rivier rondtourt voor de rest van de dag. De Mekong Delta is groot en bestaat uit vele zijrivieren, eilanden en mangrovebossen. Denk aan Nederland, maar dan tropisch. In de delta wonen 20 miljoen mensen en dat is een kwart van de Vietnamese bevolking. Dit is tevens de motor van de economie van Vietnam. Die motor is pas weer gaan draaien na 1986, toen de communistische partij hervormingen aankondigde. Dit moesten ze wel, want hun grote sponsor Rusland stopte met hulp geven na de Glasnost. Voor 1986 was Vietnam afhankelijk van Russisch graan, nu zijn ze zelf weer de grootste rijstproducenten ter wereld, na Amerika en Thailand. Ho Chi Minh zou zich omdraaien in zijn graf, sorry tombe, als hij dit allemaal kon zien. Of was Ho Chi Minh niet echt zo communistisch? In de Tweede Wereldoorlog kreeg hij steun van de Amerikanen om de Japanners te verdrijven. Uiteindelijk heeft het kapitalisme toch zegegevierd. Onze reisgids voor de dag en inmiddels goede vriend van Bart laat ons het gewone leven in de Mekong Delta zien; een kokossnoepjesfabriekje, een rijstpapiermakerij en een snakewine-destileerderij. Houtbewerking van lepels en ander keukengerij. En elke keer uiteraard weer een leuk winkeltje erbij waar je die troep kunt kopen. We krijgen nog een mini-concert te zien en we mogen met heuse slangen om de nek op de foto. We worden met een roeibootje door mangrovebossen gepeddeld. Het is een dagvullend programma, wat achteraf best nog wel leuk is. Aan het einde van de dag heeft Maaike zo’n last van haar dikke teen dat we besluiten gelijk door te gaan naar een dokter. In het centrum vinden we een privekliniek waar een Franse dokter consulteert. De goede man spreekt weinig engels en het lijkt wel alsof hij nog een afspraak heeft met een aantrekkelijke dame, want hij kijkt me iets te vaak op zijn horloge. Hij heeft het schoongemaakt, verbonden en wat zalf en ander spul voorgeschreven. Maaike heeft er in eerste instantie een goed gevoel bij, maar ‘s avonds loopt ze met een opgezwollen voet, omdat die gast er rekverband omheen heeft gedaan! De volgende dag gaan we terug naar de kliniek, maar de dokter blijft bij hetzelfde: 3x per dag goed schoonmaken, betadine en zalf erop. Na de dokter is er alleen nog tijd voor 1 museum met wat oorlogsbuit, een Huey helicopter en twee vliegtuigen. Voor het grote oorlogsmuseum is er helaas geen tijd meer en we vertrekken naar Mui Ne, een badplaats aan de kust. We komen er ‘s avonds aan en de volgende dag bij daglicht zien we dat er geen strand meer is en dat de kustlijn bestaat uit een betonnen muur in zee. Niet aantrekkelijk dus en nadat Bart een Nederlands meisje heeft gesproken, besluiten we dezelfde dag nog door te reizen naar Dalat. Toevallig zit Babette uit Balkbrug, het meisje dat Bart sprak, ook in de bus. Vanuit de bus is het microklimaat dat rond Mui Ne heerst goed zichtbaar. Het is een droog klimaat en je ziet zandduinen en kaktussen, iets wat je in een woestijn verwacht. Naar gelang we verder het land in rijden met de bus zonder goede vering en over bijzonder slechte wegen komen we weer in een heel ander klimaatje terecht. Dalat ligt op 1500 meter hoogte en het is een stuk frisser als we hoger in de bergen komen. Er zijn alleen naaldbossen en dit heeft echt niets meer met Vietnam of de tropen te maken. Het lijkt op het Schwarzwald of Oostenrijk. Voor mij een welkome afwisseling! Dalat is als plekje in 1893 door dr. Alexander Yersin ‘ontdekt’. Rond 1930 hebben de Fransen er een stadje gesticht voor Franse kolonisten die toe waren aan wat koelte. Het is uitgegroeid tot een heus vakantieoord, voornamelijk voor Vietnamezen, met mini-Eifeltoren, hotels, golfbanen en heel veel kitsch. Voor Maaike, die niets anders doet dan 3x per dag haar teen in een heet zoutbadje drukken en schoonmaken, is het wat saai. Ze blijft in de hotelkamer en komt er alleen uit om te eten. Heel vervelend, zo’n tropische ontsteking. Bart, Babette en ik maken brommertochtjes door het mooie koele landschap. Bart, Babette en Lotte (nog een Nederlands meisje) proberen nog te paragliden, maar het weer laat het niet toe. Elke dag ontstaan er stapelwolken en later op de dag is er regen. Dit is niet bevordelijk voor de luchtstabiliteit. Erg jammer voor ze. We hebben erg veel schik met elkaar, zitten veel in taxi’s met Maaike en proberen wat culinaire geneugten uit in Dalat, die ons meestal tegenvallen. Maaike gaat nog maar eens naar een dokter en die schrijft medicatie voor. Ook moet ik haar gezwel aan de teen uitknijpen, wat uiterst pijnlijk is. Je moet je voorstellen: Bart houdt het been steving vast, ik druk op de nagel en maaike stuitert bijna tegen het plafond. Wat een ellende… Eerst gaat Babette ons verlaten, daarna Lotte en daarna Bart. Bart moet zijn vlucht halen in Bangkok en gaat weer terug naar Nederland. Maaike en ik blijven in totaal 7 nachten in Dalat en heel langzaam lijkt het met de pusteen beter te gaan. Na een week een beetje Europa gaan we verder naar Nha Trang aan de kust. Nha Trang is een echte badplaats met boulevard en veel hoogbouw. We vinden een prachtig hotel in het hart van het backpackersgebeuren, niet ver van het strand. De grote teen van Maaike blijft zorgelijk en we besluiten na overleg met haar moeder nog maar eens een dokter op te zoeken. Er is hier een Pasteurinstituut, dat veel ervaring heeft met tropische ziektes. Als we in de wachtkamer komen en eens goed rondkijken, maak ik een grapje dat de toko veel wegheeft van een slachthuis. We besluiten maar weer weg te gaan. Naast het instituut staat een 5-sterrenhotel, waar we aan de balie vragen waar hun klanten naartoe gaan als ze ziek worden. We worden zeer vriendelijk doorverwezen naar een dokter die engels spreekt. We stappen gelijk in de taxi om naar hem toe te gaan. We worden snel geholpen. Maaike moet mee naar een behandelkamer en komt na een tijd weer terug met een dik verband om haar teen. De dokter heeft er na een plaatselijke verdoving het mes ingezet. Later kan ik zien dat hij het wild vlees heeft weggeneden en de nagel heeft bijgeknipt. Verder heeft hij een boel medicatie voorgeschreven. Maaike moet elke dag terugkomen om de wond te laten schoonmaken en verbinden. Zo blijven we 5 dagen in Nha Trang en elke dag gaat Maaike naar de kliniek om haar teen te laten verzorgen. Mede door de medicatie merkt ze na een paar dagen verbetering. Op dinsdag 19 mei vindt de dokter dat het genoeg is genezen om Maaike de wond verder zelf te laten verzorgen. Hij verlengt de antibioticakuur, maar gelukkig mag ze stoppen met het paardenmiddel prednison. Dezelfde avond boeken we de nachtbus naar Hoi An, een stadje dat 520 kilometer noordelijker ligt. We zijn eindelijk weer on the move!

  • 22 Mei 2009 - 07:48

    Rutger-Jan:

    Brommers kieken in Saigon? Veel pezier!
    Groet, Rutger-Jan

  • 23 Mei 2009 - 04:08

    Babette Rrens:

    Super dat jullie ook weer on the move zijn. Gaat het steeds een beetje beter met de teen ? Ik hoop het wel. Geniet in ieder geval van jullie reis. Ik ga morgen Vietnam verlaten en vlieg dan terug naar Bangkok voor nog een paar dagen op een strand.
    Groetjes uit Hanoi.

  • 26 Mei 2009 - 19:21

    Ankie:

    Hey leukkies,
    wat een gezellige tijd met Bart in een maf land, zeg! En wat een ellende met die teen... ik was er al bang voor. Heb het ooit gehad in India, bbbbrrrr genas niet gewoon, goed blijven schoonhouden en opletten maar! Sterkte ermee.
    Paul en ik hebben net 4 dagen motorrijden erop zitten, een tour door Zeeuws Vlaanderen en via Belgie naar Noord Frankrijk. WAT een prachtige landschappen zo in dit seizoen. Na 1250 km weer heelhuids en tevreden terug! Zo dicht bij huis is ook best leuk, hihihi.
    Leuk vooruitzicht om jullie te gaan zien op LowLands ;-)

    Popjes, het allerbeste maar weer, goeie reis, dank voor de mooie verhalen en foto's, groet en knuffel.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Vietnam, Hoi An

Actief sinds 27 Juni 2008
Verslag gelezen: 186
Totaal aantal bezoekers 59209

Voorgaande reizen:

05 December 2010 - 02 Maart 2011

Africa - Part One

28 Augustus 2008 - 18 Augustus 2009

Met de auto naar het Verre Oosten

12 Januari 2012 - 30 November -0001

Africa - Part Two

Landen bezocht: